Naar inhoud springen

Elisabeth van Culemborg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door PontiusMeropius (overleg | bijdragen) op 23 apr 2017 om 19:53.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Elisabeth
1475 - 1555
Elisabeth van Culemborg (midden), met links Jan van Luxemburg (haar eerste man) en rechts Antoon I van Lalaing (haar tweede man).
Vrouwe/Gravin van Culemborg
Periode 1504 - 1555
Voorganger Jasper van Culemborg
Opvolger Floris I van Pallandt
Gravin van Hoogstraten
Periode 1518 - 1540
Voorganger 'nieuwe titel'
Opvolger Filips van Lalaing (1510-1555)
Vader Jasper van Culemborg
Moeder Johanna van Bourgondie
Dynastie Van Beusichem

Elisabeth van Culemborg (geboren op het voormalig slot van Hoogstraten op 30 maart 1475 - overleden Culemborg 9 december 1555), bijgenaamd 'Vrouwe Elisabeth', was de laatste vrouwe van de heerlijkheid Culemborg.

Levensloop

Ze was de rijke erfdochter van Jasper van Culemborg en Johanna van Bourgondië (1457-1511). Elisabeth huwde in 1491 met Jan van Luxemburg-Ligny, heer van Ville, die in 1508 overleed. In 1509 huwde deze eerste hofdame en nicht van landvoogdes Margaretha van Oostenrijk vervolgens met Antoon I van Lalaing. Antoon werd in 1530 waarnemend landvoogd van de Nederlanden.

Ze schonk haar echtgenoot eerst het vruchtgebruik en later de volle eigendom van de heerlijkheden Hoogstraten, Minderhout en Rijkevorsel en haar eigendommen in Meer, Meerle en Meersel, naast de zogenaamde hoven van Hoogstraten in Brussel en Mechelen.

Het land van Hoogstraten werd opnieuw één geheel dat door keizer Karel op 25 november 1518 tot graafschap Hoogstraten werd verheven. Vanaf toen liet de graaf zich kortweg Hoogstraten noemen.

Na het overlijden van haar man Antoon in 1540, was Elisabeth zelf al circa 65 jaar oud en besloot haar eigen testament te maken. Ze vergaf de goederen in Hoogstraten aan haar neef Filips van Lalaing en de goederen in en om Culemborg aan haar neef Floris I van Pallandt. Ze besloot de toen 3-jarige Floris in haar kasteel in Culemborg zelf op te voeden[1]. Zelf hield ze wel het vrucht gebruik over Culemborg tot haar dood. Kort voor haar overlijden verhief keizer Karel V de heerlijkheid tot graafschap. In haar testament bepaalde ze dat haar nalatenschap moest besteed worden aan het bouwen van een weeshuis. Dit huis bleef tot 1956 bestaan.