Naar inhoud springen

European Geostationary Navigation Overlay Service

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jpc (overleg | bijdragen) op 22 dec 2012 om 15:36. (Uitbreiding met 'geleiding van vliegtuigen'.)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Het project European Geostationary Navigation Overlay Service (EGNOS) is bedoeld om de bestaande satellietnavigatienetwerken nog te verbeteren.

Kenmerken

Het project is opgestart door ESA, de Europese gemeenschap en Eurocontrol. Dit systeem zal controleren of de navigatiesatellieten die kunnen worden ontvangen betrouwbaar zijn, extra informatie over de nauwkeurigheid van de atoomklokken aan boord van de satelliet doorgeven, de ionosferische verstoring weergeven en de eigen positie doorsturen. Dit zal ervoor zorgen dat de nauwkeurigheid van het signaal van 20m naar 5m gaat.

Het systeem is per 1 oktober 2009 operationeel[1]

Het project moest in 2004 klaar zijn voor gebruik, maar dit werd verschoven naar begin 2006. Nu wordt enkel uitgezonden dat het EGNOS-netwerk onbetrouwbaar is en dat men dit niet mag gebruiken om correcties mee uit te voeren. De satellieten die zullen worden gebruikt (2 x Inmarsat-3 en 1 x ESA Artemis: twee types communicatiesatelliet) zullen in tegenstelling tot de GPS/GLONASS-satellieten niet zelf hun signaal genereren maar deze zullen het signaal dat van de grondstations wordt gestuurd via een transponder terugsturen naar de aarde. Zo heeft de ontvanger binnen de 6 seconden een waarschuwing als er een defecte satelliet is. Het signaal dat wordt uitgezonden heeft dezelfde frequentie als het signaal uitgezonden door GPS-satellieten maar men zal de plaatsbepaling nog eens moduleren met de eerdervernoemde extra informatie. Zo kan alles worden ontvangen met 1 ontvanger.

Meetstations

Meetstations van EGNOS.

Het grondsegment van dit systeem bestaat uit 30 meetstations (RIMS : Ranging and integrity monitoring stations) om de fout op iedere satelliet te bepalen, 4 “Master Control Centers” (MCC) en 6 “Up-link stations”. De RIMS sturen hun gemeten informatie door naar de MCC en deze stuurt dit dan op zijn beurt naar de uplinkstations. Het systeem is zeer betrouwbaar ontworpen door ervoor te zorgen dat maar één MMC tegelijk werkt en één MMC in standby staat voor als er een fout optreedt in het andere station. Er zijn ook maar drie uplink stations gelijktijdig in werking (één per satelliet), de andere drie staan in standby.

Geleiding van vliegtuigen

Het systeem is ook goedgekeurd voor de nadering van vliegvelden zoals tot nu toe door middel van het Instrument Landing System (ILS) gebeurt. Maar hier is dus geen enkele installatie op de grond nodig wat voordelig is voor kleinere vliegvelden. Voor de grotere luchthavens kan het dienen als backup. De Franse vliegvelden Pau Pyrénées, Clemont-Ferrand en Le Bourget waren de eerste om het systeem goed te keuren. Later volgden Les Eplatures Airport en St. Gallen-Altenrhein Airport in Zwitzerland die het als backup voor het ILS bij slecht weer zullen gebruiken. Later zal Alderney airport op de kanaaleilanden volgen. Deze laatste is niet uitgerust met ILS. EGNOS werd goedgekeurd door de National Air Traffic Service in het Verenigd Koninkrijk en door Eurocontrol, de organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart. De landingsbaan moet een landingsprocedure voor EGNOS hebben die goedgekeurd is door de luchtvaartautoriteiten. De vliegtuigen moeten uitgerust zijn met een EGNOS ontvanger die EGNOS gecertifiëerd is.

Zie ook

Noten

  • (en) EGNOS website
  • (en) National Airtraffic Service