Naar inhoud springen

Félix Kir

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Andries Van den Abeele (overleg | bijdragen) op 31 mei 2010 om 12:31. (als de externe links en de uitgebreide literatuuropgave onderaan Eddy Landzaat niet voldoen, dan weet ik het ook niet meer.)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Monument met buste van kanunnik Kir bij het Kirmeer in Dijon

Felix Adrien Kir (Alise-Sainte-Reine in de Côte-d'Or, 22 januari 1876 - Dijon, 26 april 1968), algemeen bekend als le chanoine Kir, was een Frans rooms-katholiek priester, politicus en verzetsstrijder.

Levensloop

Kir behoorde tot een familie afkomstig uit de Elzas, die zich in Bourgondië had gevestigd na de Duitse oorlogsoverwinning van 1870. Zijn vader, Jules Kir, was eerst spoorwegbeambte en vervolgens haarkapper. Vanaf 1891 volgde Felix een priesteropleiding aan het kleinseminarie in Plombières-lès-Dijon en aan het grootseminarie in Dijon. Hij volgde ook lessen aan de Faculteit Letteren van de Universiteit in Dijon. In 1901 werd hij tot priester gewijd.

Hij werd achtereenvolgens onderpastoor in Auxonne, pastoor in Drée, onderpastoor in Dijon (1904-1910), pastoor in Bèze (1910-1924) (met een onderbreking tijdens de Eerste Wereldoorlog tijdens welke hij in de hospitaaldiensten van het leger werd ingezet) en pastoor in Nolay (1924-1928).

In 1928 werd hij benoemd tot directeur van sociale werken voor het bisdom Dijon: Katholieke Actie voor mannen en persactiviteiten. Hij werd onder meer hoofdredacteur van Le Bien du Peuple en vestigde zich definitief in Dijon. In 1931 werd hij tot erekanunnik benoemd.

Verzet

Tijdens de Tweede wereldoorlog ontpopte Kir zich als verzetstrijder.

Nadat de burgemeester van Dijon op de vlucht was geslagen werd Kir lid van het voorlopige zeskoppige stadsbestuur dat door de prefect werd aangesteld en bekommerde hij zich vooral om de voedselbevoorrading. Hij stelde zich onafhankelijk op tegenover de bezetter, wat tot moeilijkheden leidde.

Samen met anderen hielp hij 5000 krijgsgevangenen om te ontsnappen uit een kamp in Longvic. Hij werd in oktober gearresteerd en vastgehouden tot in december 1940. Tweemaal werd hij in die korte tijd ter dood veroordeeld door een Duitse rechtbank. Hij slaagde er niettemin in zich vrij te pleiten en kwam vrij. Hem werd een verbod door de bezetter opgelegd om nog een openbare functie te bekleden. Daarop hielp hij het verzet in Dijon. In juni 1943 werd hij opnieuw opgepakt en enkele dagen vastgezet. Op 26 januari 1944 werd hij in zijn woning overvallen en beschoten door collaborateurs. Ernstig gewond dook hij onder buiten Dijon en kwam pas weer in de openbaarheid op 11 september 1944, de dag waarop de stad bevrijd werd.

In 1946 ontving hij de Légion d'honneur en werd hij geciteerd op de dagorde van het Franse leger.

Politieke loopbaan

In mei 1945 werd hij verkozen tot burgemeester van Dijon en tot lid van de Assemblée nationale, die eerst twee termijnen zetelde als Constituante. Hij bleef burgemeester van Dijon tot aan zijn dood en volksvertegenwoordiger tot hij in 1967 niet meer herkozen werd. In het parlement behoorde hij tot de centrumrechtse Centre national des indépendants et des paysans (C.N.I.P.). Van 1958 tot 1967 was hij de ouderdomsdeken van de Assemblée, wat hem het genoegen verschafte de openingszittingen van het parlementair werkjaar voor te zitten. Samen met Abbé Pierre was hij de laatste die in een priestertoga aan de werkzaamheden van het parlement deelnam.

Kir nam als burgermeester een aantal initiatieven. Zijn meest opmerkelijke realisatie is die van de aanleg van een kunstmatig meer, dat de vaak overstromende rivier Ouche moest regelen en tevens een ontspanningsoord voor de Dijonezen werd. Het meer werd in 1964 ingehuldigd en kreeg later zijn naam. Hij lag ook mee aan de basis van de bouw van een uitgebreide universitaire campus en van de aanleg van nieuwe woonwijken.

Kir was een groot voorstander van stedenbanden en de hiermee gepaard gaande verbroederingen. Hij jumeleerde Dijon met niet minder dan twintig steden, onder meer met York en Dallas (in 1957), Mainz (in 1958), Stalingrad (nu Wolgograd, in 1959), Reggio Emilia (in 1963) en Meknes (in 1967). Verder ook nog met Jerez, Nankan en Labé (beide in Guinee), Cluj (Roemenië), Opole (Polen), Pécs (Hongarije) en Skopje (Macedonië).

Karakter

Kir stond bekend als een kleurrijke en flamboyante persoonlijkheid. Hij was regelmatig aanwezig op bijeenkomsten van wijnconfréries om de Bourgondische wijnen te promoten, daarbij droeg hij passende mutsen, linten en toga's, bovenop zijn priestertoga.

Hij was zowel nationaal als internationaal een van de bekendste Franse burgemeesters.

Relatie met de Sovjet-Unie

Gedurende de Koude Oorlog liet kanunnik Kir zijn sympathie tegenover de Sovjet-Unie blijken, op basis van het argument dat zij hadden meegeholpen om de Nazi's te verslaan. Doordat hij vaak pro-Sovjet-Unie standpunten innam werd hij als een fellow-traveller gezien.

In 1959 werd Dijon gejumeleerd met Stalingrad, in een tijd dat de reputatie van Stalin al een lelijke deuk had opgelopen. Kir reisde naar deze stad en verbleef ook in Moskou, waar hij Nikita Chroesjtsjov ontmoette en met hem vriendschap sloot. Toen deze op officieel bezoek naar Frankrijk kwam, wilde hij zijn vriend in Dijon gaan opzoeken, maar deze ontmoeting werd door de Franse regering verhinderd.

In 1962 trok de communistische kandidaat in Dijon zich bij de wetgevende verkiezingen terug ten voordele van de 'rechtse' kanunnik, die het hierdoor kon halen op de gaullistische kandidaat.

Eerbetoon en vernoemingen

  • Kir werd Commandeur de la Légion d'Honneur (1958) en ontving in Duitsland het Grootkruis van Verdienste (1958).
  • In 1964 werd hij ereburger van Mainz.
  • De plaatselijke drank waarop delegatie-leden getrakteerd werden, staat wereldwijd bekend als Kir (witte Bourgognewijn met Dijonese rodebessenlikeur of cassis).
  • Als gevolg van zijn vriendschap met Chroesjtsjov introduceerde hij ook een drankje onder de naam 'Double K': een Kir met een scheutje wodka.
  • Het kunstmatige meer dat hij ten westen van Dijon liet aanleggen is als Lac Kir naar hem genoemd.
  • Eén van de voornaamste boulevards in Dijon draagt zijn naam. Er zijn ook straten die zijn naam dragen in Auxonne en in Sennecey (bij Dijon).
  • In het Musée Grévin in Dijon staat een levensgroot wassen beeld van Kir. In 1996 werd het beeld gestolen en teruggevonden op straat. Het had weinig schade geleden en werd teruggeplaatst.

Biografie over Kir

In een lijvige biografie gewijd aan Kir die in 2007 verscheen (zie 'Literatuur'), typeert auteur Louis Devance, docent aan de Universiteit van Dijon, hem als volgt:

Achter een beroemde naam schuilt een minder goed bekende man, die als het ware verpletterd werd door zijn legende. Een complexe persoonlijkheid, met tegenstrijdige en soms misleidende facetten. Hij werd pas beroepspoliticus toen hij al negenenzestig was, met als enige troef zijn lange ervaring onder de mensen. Een kwarteeuw lang zou hij dankzij wilskracht en volharding, gesteund door zijn communicatievaardigheid en zijn strategisch electoraal inzicht, verschillende politieke mandaten bekleden, met de steun van de plaatselijke notabelen en van brede lagen van de bevolking.

Conservatief maar non-conformist was hij de meest originele en atypische politieke mandataris van de Vierde en Vijfde Franse republieken. Fundamenteel was hij een dorpspastoor gebleven, die onder een gezapig uiterlijk met stevig gezag bestuurde en op voorzichtige wijze zijn grote stad naar de moderniteit loodste. Hij hield ervan te amuseren en te verrassen, wat hem dienstig was in het verwerven van de stemmen van het volk. Hij kreeg zodanig de smaak van de politiek te pakken dat alleen de dood hem hiervan kon verlossen.

Hij functioneerde niet meer als priester (hij was geseculariseerd zoals dat heet) maar bleef trouw aan zijn Kerk en aan zijn toga, preekte nog soms vanop de kansel en liep in processies, getooid met al zijn eretekens en zijn driekleurige burgemeesterssjerp. Hij die de eerbetuigingen niet ongenegen was, verdient te worden gerekend onder de uitzonderlijke Franse burgers.

Publicatie door chanoine Kir

  • Le probleme religieux à la portée de tout le monde, Imprimerie des orphelins d'Auteuil, 1950.

Literatuur

  • Guillaume Laporte (pseudoniem van Jean-François Bazin & Alain Mignotte), Le chanoine Kir at-il existé?, 1968.
  • Wolfgang Balzer, Mainz. Persönlichkeiten der StadtgeschichteKügler, Ingelheim am Rhein, 1985, blz. 1946 ISBN 3-924124-01-9
  • Jean-François Bazin & Alain Mignotte, Pour le meilleur et pour le kir, le roman d'un mot-culte, Mâcon, JPM éditions, 2002.
  • Louis Muron, Le chanoine Kir, Paris, Presses de la Renaissance, 2004.
  • Charles Marques, Le XXe siècle à l'hôtel de ville de Dijon, Précy-sous-Thil, Éditions de l'Armançon, 2006.
  • Danielle Racouchot, Henry Racouchot: Maître Queux du Chanoine Kir et de Curnonsky, 2006
  • Louis Devance, Kir, je t'ai pardonné. Le Chanoine et son assassin, Précy-sous-Thil, Éditions de l'Armançon, 2006.
  • Louis Devance, Le chanoine Kir. L'invention d'une Légende, Dijon, Éditions universitaires de Dijon, 2007.

Externe schakels

  • (fr) Le Chanoine Kir op de website van de stad Dijon.
  • (fr) Félix Kir op de website van het Franse parlement.