Naar inhoud springen

Fenrir (mythologie)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Asmodeus999 (overleg | bijdragen) op 13 jan 2006 om 04:18.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Bestand:UiS-Fenrisulven-Arne Vinje Gunnerud 1977.jpg
Fenrir breekt los
Sculptuur bij de Universiteit van Stavanger.
Arne Vinje Gunnerud, 1977.

Fenrir of Fenris is de (middelste) zoon van de grapgod Loki en de boosaardige heks Angrboda. Hij is de broer van de godin van de dood (Hel) en de Midgardsorm. Fenrir was geen mens of god, maar leek op een klein hondje toen hij klein was en Odin hem meenam naar de Asgaard waar de æsen woonden. Alle voorspellingen zeiden dat Fenrir een probleem zou worden voor de æsen.

Hij ontwikkelde zich tot een reusachtige wolf met verschrikkelijke kaken en stond als kwaadaardig te boek. Bovendien was hij niet alleen sterk, hij had ook de sluwheid van Loki geërfd. Uiteindelijk durfde hij zelfs de æsen te bedreigen.

Op een bepaald moment was hij zo onhandelbaar geworden dat de goden onder elkaar een plan beraamden om hem vast te binden. Eerst werd geprobeerd met de ketting Løding, maar die brak. Toen werd een ketting die twee keer zo sterk was gehaald, de ketting Drome, maar ook deze was te zwak.

Ten slotte stuurde Odin de boodschapper van Freyr, Skirnir, naar de svartalvene (ook wel dwergen genoemd) toe om een speciale ketting te laten maken. Deze zou zo sterk moeten zijn dat zelfs Fenrir hem niet zou kunnen breken. Het werd een hele fijne ketting, de Gleipnir, die zo slank en zacht was als een van zijde gemaakte touw. Gleipnir werd gemaakt van zes ingredienten die niemand vandaag meer kan vinden: de ademhaling van de vis, de baard van een vrouw, het speeksel van een vogel, de wortels van de berg, het geluid van de poten van een kat en de pezen van een beer.

De æsen lokten Fenrir in de val op het kleine eiland Lyngve in het meer Åmsvartne. Ze gingen met hem een weddenschap aan: Fenrir beweerde dat hij zo verschrikkelijk sterk was dat ze daar wel eens een bewijs van wilden zien. Ze zouden hem vastbinden en Fenrir zou zijn boeien moeten doorbreken. Als het hem niet lukte, was hij zo zwak dat ze hem niet hoefde te vrezen - en hem los zouden laten.

Fenrir echter, had weinig vertrouwen in de æsen. Hij eist dat iemand zijn hand in zijn muil moest leggen, als "onderpand". Enkel Týr (Ty), de oorlogsgod, durfde dit te doen. Tyr legde zijn rechterhand in de muil van Fenrir en toen de wolf zijn boeien niet kon doorbreken beet hij Tyr's hand af onder zijn poging om los te komen. Zodoende verloor Tyr zijn rechterhand.

Fenrir hapte naar de æsen, zij staken een zwaard in zijn muil met het punt omhoog zodat hij niet kon bijten. Door zijn gekwijl ontstond de rivier Vån.

Pas aan het einde van de wereld, tijdens Ragnarok, zal Fenris loskomen en gedood worden door de zoon van Odin, genaamd Vidar, die zijn vader wreekte.

Overige informatie

  1. Dit verhaal is te vinden in de Gylfaginning (de jongere Edda¹ van Snorri Sturluson).
  2. In Antarctica, het Dronning Maudland, is de bergrug Fenriskjeften (de muil van Fenrir) te vinden. Het hoogste punt is Ulvetanna (de Wolfs-tand), 2931 m hoog.