Bruinwieren
Bruinwieren | |||||
---|---|---|---|---|---|
Kleine zee-eik (Fucus spiralis) | |||||
Taxonomische indeling | |||||
| |||||
Stam | |||||
Phaeophyta Kjellman, 1891 | |||||
Afbeeldingen op | |||||
Bruinwieren op | |||||
|
De bruinwieren (Phaeophyta) zijn algen. Het zijn meercellige protisten die zeer groot kunnen worden. Zo wordt Macrocystis langs de Californische kust tot 60 meter lang. De groene kleur van het chlorophyl is verdrongen door het bruine pigment fucoxanthine. Hierdoor varieert hun kleur van bleekbruin tot donkerbruin of zijn ze soms zelfs zwartig. Sommige vertegenwoordigers vertonen kenmerkende drijfblazen.
De meeste soorten zijn marien. Slechts weinig soorten kunnen verdunning door zoet water of warmer water verdragen. Daarom komen er maar weinig soorten voor in de warmere Middellandse Zee. Slechts vijf genera van de 265 zijn zoetwaterbewoners. Een aantal van de beter bekende Bruinwieren markeren de verticale kustzonering. Kombu, wakame, zeespaghetti, kelp, arame, hijiki, zeepalm en blaaswier zijn de bekendere bruine zeewieren.