Oliepalm

De Oliepalm (Elaeis guineensis) behoort tot de palmenfamilie (Arecaceae)'.

Verspreiding

De palm komt oorspronkelijk uit Afrika. In de tempo doeloe hebben de Nederlanders 13 exemplaren van deze palm meegenomen naar Nederlands-Indië. Vanuit de botanische tuin van Batavia is deze palm verspreid geraakt over heel zuidoost Azië vanwege de betekenis voor de landbouw.

Landbouw

De oliepalm levert de gewilde palmolie. De teelt vindt voornamelijk plaats in plantage die het toonbeeld zijn van landbouwkundige efficiency.

Gebruik

Palmolie wordt gebruikt in margarine, zeep, chips, sauzen en koekjes en als brandstof voor de opwekking van zogeheten groene stroom.

Duurzaamheid

De aanleg van plantages met oliepalmen wordt door bepaalde milieuorganisaties scherp bekritiseerd, omdat dit vaak ten koste van zou gaan van oerwoud. Als het echter een gegeven feit is dat op bepaalde grond oliepalm wordt geteelt, dan is dit een vorm van duurzaam landgebruik:

• De palmen bedekken de bodem permanent zodat deze is beschermd tegen erosie.
• Omdat de mens alleen is geïnteresseerd in de koolhydraten en deze door de oliepalm uit koolstofdioxide worden gemaakt, kunnen in principe alle nutrienten in het systeem blijven. Hierdoor zijn weinig kunstmatige meststoffen nodig, zolang de uitgeperste oliepalmpitten maar als bemesting worden gebruikt.
• De opbrengst per hectare is zeer hoog, zodat één hectare oliepalm meerdere hectaren koolzaad zou kunnen vervangen. Door de import van palmolie zou een Europees land netto meer hectaren aan de natuur kunnen teruggeven.

Naast duurzaam landgebruik zijn er meer milieuvoordelen van palmolie. Als groene brandstof kan palmolie fossiele brandstoffen vervangen. Eerder verving de palmolie al vetten uit de walvisvaart.