Naar inhoud springen

Klasse van nitrofiele zomen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Klasse van nitrofiele zomen
Nitrofiele zoomvegetatie in de Erpewaai
Nitrofiele zoomvegetatie in de Erpewaai
Syntaxonomische indeling
Klasse
Galio-Urticetea
Pass. ex Kopecký 1969[1]
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons

De klasse van nitrofiele zomen (Galio-Urticetea) is een klasse van syntaxa die betrekkelijk typerend zijn voor stikstofrijke standplaatsen die min of meer zijn beschaduwd. De Nederlandse plantengemeenschappen uit deze klasse komen vooral voor op matig vochthoudende tot vochtige bodems die sporadisch tot nooit worden overspoeld door oppervlaktewater.

Zomen van de zevenblad-associatie (Urtico-Aegopodietum), langs beide kanten van een wandelpad in Waltham Forest.

Naamgeving en codering

[bewerken | brontekst bewerken]
Een close-up van een nitrofiele zoom met onder andere de twee naamgevende kensoorten: kleefkruid (Galium aparine) en grote brandnetel (Urtica dioica).

De wetenschappelijke naam Galio-Urticetea is afgeleid van de botanische namen van kleefkruid (Galium aparine) en grote brandnetel (Urtica dioica). Beide soorten zijn kensoorten van de klasse; grote brandnetel is daarenboven een constante soort.

Hoewel de Nederlandse naam doet vermoeden dat de klasse enkel zoomgemeenschappen betreft, kent ze ook vlakdekkende begroeiingen. Bovendien wordt de klasse van nitrofiele zomen in De vegetatie van Nederland niet ingedeeld bij 'zomen' maar bij 'ruigten'.

Het zomeraspect van een zoomvegetatie van de kruidvlier-associatie (Heracleo-Sambucetum ebuli) in de Ooijpolder.
Veel begroeiingen uit de klasse van nitrofiele zomen vormen belangrijke plekken waar rupsen kunnen opgroeien, zoals de dagpauwoog.

Het vegetatieaspect van het merendeel van de syntaxa uit de klasse van nitrofiele zomen wordt bepaald door witbloeiende kruiden.

Symmorfologie

[bewerken | brontekst bewerken]

De symmorfologie van de gemeenschappen uit deze klasse die in Nederland voorkomen, wordt voornamelijk gekenmerkt door middelhoge en hoog opschietende, overblijvende kruiden. De klasse omvat hoofdzakelijk zoomgemeenschappen, alhoewel ze in mindere mate ook vlakdekkende begroeiingen kent. De klasse kent ook uitgesproken ruigtegemeenschappen, waarbij de vegetatie zeer dicht en weelderig is, en hoog opschietende kruiden domineren.

In Nederland en Vlaanderen wordt de klasse van nitrofiele zomen voornamelijk aangetroffen bij houtwallen, heggen, hekken en overige beschutte standplaatsen bij bomen en/of struiken. Vaak zijn de gemeenschappen uit deze klasse te zien als lintvormige vegetatie bij min of meer beschutte bermen langs wegen en paden. Als vlakvormige vegetatie worden ze meestal aangetroffen in opengevallen plekken in bossen op eutrofe bodems.

Onderliggende syntaxa in Nederland en Vlaanderen

[bewerken | brontekst bewerken]

Van de klasse van nitrofiele zomen komen in Nederland en Vlaanderen twee orden voor, met allebei slechts één verbond. De klasse wordt hoofdzakelijk vertegenwoordigd door het verbond van look-zonder-look (Galio-Alliarion), dat in Nederland en Vlaanderen een zestal associaties kent. Van de klasse van nitrofiele zomen zijn in Nederland vijf rompgemeenschappen en drie derivaatgemeenschappen bekend.

Voorjaarsaspect van een begroeiing van de derivaatgemeenschap van reuzenberenklauw (DG Heracleum mantegazzianum-[Galio-Urticetea])

Derivaatgemeenschappen

  • Derivaatgemeenschap met reuzenberenklauw (DG Heracleum mantegazzianum-[Galio-Urticetea])
  • Derivaatgemeenschap met Japanse duizendknoop (DG Fallopia japonica-[Galio-Urticetea])
  • Derivaatgemeenschap met adelaarsvaren (DG Pteridium aquilinum-[Galio-Urticetea])

Rompgemeenschappen

  • Rompgemeenschap met grote brandnetel (RG Urtica dioica-[Galio-Urticetea])
  • Rompgemeenschap met fluitenkruid (RG Anthriscus sylvestris-[Galio-Urticetea])
  • Rompgemeenschap met groot hoefblad (RG Petasites hybridus-[Galio-Urticetea])
  • Rompgemeenschap met koninginnekruid en duinriet (RG Eupatorium cannabinum-Calamagrostis epigejos-[Galio-Urticetea])
  • Rompgemeenschap met ridderzuring (RG Rumex obtusifolius-[Galio-Urticetea/Plantaginetea majoris])

Oorspronkelijk waren deze plantengemeenschappen rivierbegeleidend; de meeste hebben zich echter goed verspreid in het cultuurlandschap. In de laagveengebieden en op de Waddeneilanden is de klasse wat minder algemeen.

Diagnostische taxa voor Nederland en Vlaanderen

[bewerken | brontekst bewerken]
Grote brandnetel
(Urtica dioica)
Kleefkruid
(Galium aparine)
Zevenblad
(Aegopodium podagraria)
Look-zonder-look
(Alliaria petiolata)

In de onderstaande tabel staan belangrijke diagnostische plantentaxa van de klasse van nitrofiele zomen voor Nederland en Vlaanderen.

Kentaxon Triviale naam Botanische naam
kK kleefkruid Galium aparine
kK grote brandnetel Urtica dioica
kK hondsdraf Glechoma hederacea
kK look-zonder-look Alliaria petiolata
kK akkerkool Lapsana communis
kK zevenblad Aegopodium podagraria
kK gevlekte dovenetel Lamium maculatum
witte dovenetel Lamium album
dolle kervel Chaerophyllum temulum
knolribzaad Chaerophyllum bulbosum
groot glaskruid Parietaria officinalis
heggendoornzaad Torilis japonica
kleine kaardebol Dipsacus pilosus
kruisbladwalstro Cruciata laevipes
kruidvlier Sambucus ebulus
winterpostelein Claytonia perfoliata
ruw beemdgras Poa trivialis
gewone berenklauw Heracleum sphondylium
stinkende gouwe Chelidonium majus
fluitenkruid Anthriscus sylvestris
kweek Elymus repens
robertskruid Geranium robertianum
geel nagelkruid Geum urbanum
dagkoekoeksbloem Silene dioica
kruipende boterbloem Ranunculus repens
gewone hennepnetel Galeopsis tetrahit
bosklimopereprijs Veronica hederifolia subsp. lucorum
speenkruid Ficaria verna
klimop Hedera helix

Rompgemeenschappen

[bewerken | brontekst bewerken]

Rompgemeenschap met grote brandnetel

[bewerken | brontekst bewerken]

De rompgemeenschap met grote brandnetel (RG Urtica dioica-[Galio-Urticetea]) is een zeer soortenarme, hypertrafente ruigte die vrijwel geheel wordt gedomineerd door grote brandnetel. Deze rompgemeenschap is meestal het gevolg van een snelle of overmatige nutriëntentoevoer. De Nederlandse syntaxoncode (rVvN) voor deze rompgemeenschap is r34RG01.

Rompgemeenschap met fluitenkruid

[bewerken | brontekst bewerken]
RG Anthriscus sylvestris-[Galio-Urticetea]

De rompgemeenschap met fluitenkruid (RG Anthriscus sylvestris-[Galio-Urticetea]) is een soortenarme dominantiegemeenschap op zeer voedselrijke, min of meer beschaduwde plekken waarin fluitenkruid domineert. De Nederlandse syntaxoncode (rVvN) voor deze rompgemeenschap is r34RG02.

Rompgemeenschap met groot hoefblad

[bewerken | brontekst bewerken]
RG Petasites hybridus-[Galio-Urticetea]

De rompgemeenschap met groot hoefblad (RG Petasites hybridus-[Galio-Urticetea]) is een soortenarme dominantiegemeenschap waarin groot hoefblad dominant is. Deze rompgemeenschap komt vooral voor op zeer voedselrijke plaatsen langs kanalen en waterpartijen in de bebouwde omgeving. De Nederlandse syntaxoncode (rVvN) voor deze rompgemeenschap is r34RG03.

Rompgemeenschap met koninginnekruid en duinriet

[bewerken | brontekst bewerken]

De rompgemeenschap met koninginnekruid en duinriet (RG Eupatorium cannabinum-Calamagrostis epigejos-[Galio-Urticetea]) is een soortenarme dominantiegemeenschap waarin koninginnekruid en ook duinriet domineert. Deze rompgemeenschap komt vooral voor op hellingen waar bos of struweel is verwijderd en de aanwezige organische stof snel mineraliseerd en opgeslagen nutriënten vrijkomen. De Nederlandse syntaxoncode (rVvN) voor deze rompgemeenschap is r34RG04.

Rompgemeenschap met ridderzuring

[bewerken | brontekst bewerken]
RG Rumex obtusifolius-[Galio-Urticetea/Plantaginetea majoris]

De rompgemeenschap met ridderzuring (RG Rumex obtusifolius-[Galio-Urticetea/Plantaginetea majoris]) is soortenarme dominantiegemeenschap waarin ridderzuring domineert. Het is een klasseoverschrijdende rompgemeenschap uit de klasse van nitrofiele zomen en de weegbree-klasse (Plantaginetea majoris). Deze rompgemeenschap ontstaat op zeer voedselrijke, veelal bemeste of vervuilde gronden die zijn omgewerkt door antropogene invloeden. Deze rompgemeenschap komt in het bijzonder voor in en nabij weilanden met paarden. De Nederlandse syntaxoncode (rVvN) voor deze rompgemeenschap is r34RG05.

Derivaatgemeenschappen

[bewerken | brontekst bewerken]

Derivaatgemeenschap met reuzenberenklauw

[bewerken | brontekst bewerken]

Een derivaatgemeenschap met reuzenberenklauw (DG Heracleum mantegazzianum-[Galio-Urticetea]) wordt gedomineerd door reuzenberenklauw, een zeer hoogopschietende invasieve exoot, die bij aanraking verwondingen veroorzaakt. De soort is in staat soortenarme dominantiegemeenschappen te vormen in nitrofiele zomen, die verder worden begeleid door algemene nitrofiele kruiden. De Nederlandse syntaxoncode (rVvN) voor deze derivaatgemeenschap is r34DG01.

Derivaatgemeenschap met Japanse duizendknoop

[bewerken | brontekst bewerken]

Een derivaatgemeenschap met Japanse duizendknoop (DG Fallopia japonica-[Galio-Urticetea]) wordt gedomineerd door Japanse duizendknoop, een agressieve invasieve exoot uit Japan. De soort kan soortenarme dominantiegemeenschappen in nitrofiele zomen, die verder worden begeleid door algemene nitrofiele kruiden. De Nederlandse syntaxoncode (rVvN) voor deze derivaatgemeenschap is r34DG02.

Derivaatgemeenschap met adelaarsvaren

[bewerken | brontekst bewerken]
DG Pteridium aquilinum-[Galio-Urticetea.

Een derivaatgemeenschap met adelaarsvaren (DG Pteridium aquilinum-[Galio-Urticetea]) betreft door adelaarsvaren gedomineerde ruigten op eutrofe standplaatsen. De derivaatgemeenschap komt voor op voormalige keiige schorren in het zeekleigebied, en heel af en toe in duingebieden, beekdalen, laagveengebieden en eutrofe standplaatsen in stedelijke milieus. De Nederlandse syntaxoncode (rVvN) voor deze derivaatgemeenschap is r34DG03.

Invasieve exoten

[bewerken | brontekst bewerken]

In veel plantengemeenschappen uit de klasse van nitrofiele zomen worden relatief vaak invasieve plantentaxa aangetroffen. Betrekkelijk veel uitheemse taxa gedijen dan ook goed in deze klasse, wat enigszins al wordt weerspiegeld in de derivaatgemeenschappen van deze klasse. Naast Japanse duizendknoop en reuzenberenklauw zijn ook Sachalinse duizendknoop, basterdduizendknoop, reuzenbalsemien en de gecultiveerde ondersoort bonte gele dovenetel hardnekkige invasieve exoten in de nitrofiele zomen.

Zie de categorie Galio-Urticetea van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.