Naar inhoud springen

Pontische meeuw

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pontische meeuw
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2018)
Pontische meeuw
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Charadriiformes (Steltloperachtigen)
Familie:Laridae (Meeuwen)
Geslacht:Larus
Soort
Larus cachinnans
Pallas, 1811
Verspreidingskaart van de pontische meeuw
 Broedgebied
 Hele jaar aanwezig
 Overwinteringsgebied
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Pontische meeuw op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De Pontische meeuw (Larus cachinnans) is een zeevogel uit de familie van de meeuwen (Laridae). Voorheen beschouwd als ondersoort van de geelpootmeeuw. De taxonomische status van de Pontische meeuw is onzeker en niet onomstreden.

Circa 54 cm, spanwijdte 123–148 cm. De snavel is gemiddeld dunner dan die van de geelpootmeeuw.[2] Uiterlijk lijkt de soort sterk op de zilvermeeuw en de geelpootmeeuw. En er is veel kennis en ervaring vereist om een Pontische meeuw met zekerheid te kunnen determineren. Dit is met name het geval wanneer het onvolwassen exemplaren betreft, of een vogel buiten zijn normale verspreidingsgebied. Er zijn overigens wel een aantal significante uiterlijke verschillen tussen de soorten. Om tot een sluitende determinatie te komen is het noodzakelijk meerdere van deze diagnostische kenmerken te herkennen, aangezien de soorten zodanig variabel zijn dat een kenmerk niet voldoende is.

In het verleden werd de Pontische meeuw veelal als ondersoort van de geelpootmeeuw beschouwd. Tegenwoordig beschouwen autoriteiten zoals de British Ornithologists' Union de Pontische meeuw echter als een aparte soort.[3]

De Pontische meeuw komt voor rond de Zwarte Zee en de Kaspische Zee, de oostelijke grens van het verspreidingsgebied wordt gevormd door de Transbaikal. De soort lijkt zich uit te breiden in noordwestelijke richting; recentelijk zijn er ook broedgevallen bekend uit Duitsland en Polen. De meeste vogels trekken in de winter naar het zuiden om te overwinteren rond de Rode Zee, de Perzische Golf en de kust van Turkije. Een deel van de vogels brengt de winter echter door aan kust van de Noord- en Oostzee, dit is dan ook de periode dat de kans om een Pontische meeuw te zien in de Benelux het grootst is. In Nederland is de soort te zien langs grote rivieren, meren, kanalen, havens tot aan stadsgrachten.[2]

Zie de categorie Larus cachinnans van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.