scepter
- Geluid: Nederlands (hulp, bestand)
- scep·ter
- Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘koningsstaf’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scepter | scepters |
verkleinwoord | sceptertje | sceptertjes |
de scepter m
- sierlijk bewerkte staf, symbool voor het gezag van een regerende vorst
1. sierlijk bewerkte staf, symbool voor het gezag van een regerende vorst
- Het woord scepter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scepter" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "scepter" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be