trachoom

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  trachoom    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tra·choom

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Griekse 'trachus' (ruw) met het achtervoegsel -oom

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	trachoom	trachomen
verkleinwoord	trachoompje	trachoompjes

Zelfstandig naamwoord

het trachoom o

1. (medisch) korrelachtige ontsteking van het oogbindvlies

Vertalingen

    1. korrelachtige ontsteking van het oogbindvlies   

Engels: trachoma (en)

Spaans: tracoma (es) m

Gangbaarheid

• Het woord trachoom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trachoom" herkend door:

47 %	van de Nederlanders;
57 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.