Naar inhoud springen

voodoo

Uit WikiWoordenboek
  • voo·doo
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘religieuze tovenarij’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1938 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord voodoo -
verkleinwoord - -

de voodoom

  1. (religie) een geloof dat inheems is in Haïti
    • Bij rituelen die gebruikelijk zijn in voodoo, worden soms kippen geslacht en dansen mensen tot zij in vervoering zijn. 
94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]


  • voo·doo
enkelvoud meervoud
voodoo

voodoo

  1. (religie), (magie) voodoo
vervoeging
onbepaalde wijs to  voodoo 
he/she/it  voodoos 
verleden tijd  voodooed 
voltooid
deelwoord
 voodooed 
onvoltooid
deelwoord
 voodooing 
gebiedende wijs  voodoo 

voodoo

  1. overgankelijk (iets of iemand) beheksen door middel van voodoo


  • voo·doo
enkelvoud meervoud
voodoo

voodoo m

  1. (religie), (magie) voodoo


Naar frequentie 10.580
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   voodoo     voodoon     –     –  
genitief   voodoos     voodoons     –     –  

voodoo g

  1. (religie), (magie) voodoo