vervoersmogelijkheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vervoersmogelijkheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·voers·mo·ge·lijk·heid

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  vervoer zn  en  mogelijkheid zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vervoersmogelijkheid	vervoersmogelijkheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vervoersmogelijkheid v

1. manier waarop men zich kan verplaatsen

   ▸ Per jaar bezoeken ruim 400.000 mensen het bad. De 86-jarige mevrouw Hofman vroeg eerder om een halte bij het bad. Zij zwemt geregeld in het Twentebad. Haar enige vervoersmogelijkheid is de bus en die stopt op de Deurningerstraat. Daarna moet ze een afstand van 600 meter lopen over het fietspad aan de Hamerstraat, een trottoir is er niet.

   ▸ Voor automobilisten met een te hoog alcohol- of drugspercentage in hun bloed, wordt een alternatieve vervoersmogelijkheid gezocht.

Gangbaarheid

• Het woord vervoersmogelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.