presseer
- pres·seer
vervoeging van |
---|
presseren |
presseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van presseren
- Ik presseer.
- gebiedende wijs van presseren
- Presseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van presseren
- Presseer je?
- Het woord presseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.