preutelt
- preu·telt
vervoeging van |
---|
preutelen |
preutelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van preutelen
- Jij preutelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van preutelen
- Hij preutelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van preutelen
- Preutelt!
- Het woord preutelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.