peperbus
- pe·per·bus
- samenstelling van peper en bus
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | peperbus | peperbussen |
| verkleinwoord | peperbusje | peperbusjes |
- een vaatje met al dan niet gemalen peperkorrels dat op tafel gezet wordt
- Het zout staat al op tafel, zou je de peperbus erbij kunnen halen?
- (schimmels) Myriostoma coliforme
een in Nederland zeldzame paddenstoel die op [1] lijkt
- cilindervormig elektriciteitshuisje in Amsterdam dat ook als aanplakzuil wordt gebruikt
- ▸ Echt verdwijnen zullen ze nooit, de karakteristieke peperbussen op Amsterdamse straathoeken. Maar vervangen worden ze wel. Mag de gemiddelde Amsterdammer denken dat een peperbus alleen bedoeld is als aanplakzuil, in het binnenwerk zit een heuse elektriciteitskast. De gemiddelde peperbus voorziet dan ook een flink deel van zijn omgeving van stroom.[1]
1. een vaatje met al dan niet gemalen peperkorrels dat op tafel gezet wordt
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord peperbus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑
Weblink bron “Peperbus in nieuw jasje” (14 oktober 2008), Het Parool
