Naar inhoud springen

quotum

Uit WikiWoordenboek
  • quo·tum
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘evenredig deel’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1] [2]
  • Geleerde enk terugvorming van quota, die in het Nederlands als meervoud opgevat wordt.
enkelvoud meervoud
naamwoord quotum quota
quotums
verkleinwoord quotumpje quotumpjes

het quotumo

  1. een vastgesteld deel of percentage
    • De aan de Nederlandse visserij toegedeelde quota zijn niet toereikend. 
94 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]