wanhebbelijk
- wan·heb·be·lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wanhebbelijk | wanhebbelijker | wanhebbelijkst |
verbogen | wanhebbelijke | wanhebbelijkere | wanhebbelijkste |
partitief | wanhebbelijks | wanhebbelijkers | - |
wanhebbelijk [1]
- afwijkend van de goede vormen
- onvriendelijk, ruw van manieren
- Het woord 'wanhebbelijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.