Naar inhoud springen

charmeer

Uit WikiWoordenboek
  • char·meer
vervoeging van
charmeren

charmeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van charmeren
    • Ik charmeer. 
  2. gebiedende wijs van charmeren
    • Charmeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van charmeren
    • Charmeer je?