dagvaard

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dagvaard    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dag·vaard

Werkwoord

vervoeging van
dagvaarden

dagvaard

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dagvaarden
   

   • Ik dagvaard. 

2. gebiedende wijs van dagvaarden
   

   • Dagvaard! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dagvaarden
   

   • Dagvaard je? 

Papiaments

Woordherkomst en -opbouw

• Van het Nederlandse dagvaarden.

stamtijd
onbepaalde wijs	onvoltooid deelwoord	voltooid deelwoord
dagvaard	- -	gedagvaard
klasse 4	volledig

Werkwoord

dagvaard

1. dagvaarden

Schrijfwijzen

• Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: dagfar.

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud of impliciet meervoud	expliciet meervoud
dagvaard	dagvaardnan

dagvaard

1. dagvaarding

Schrijfwijzen

• Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: dagfar.