alverman
- al·ver·man
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alverman | alvermannen |
verkleinwoord | alvermannetje | alvermannetjes |
de alverman m
- een goedaardige kabouterman (in vertellingen uit de Lage Landen)
- Een schare alvermannen sluipt iedere nacht rond op het erf van de boer.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord alverman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.