legde om
- leg·de om
vervoeging van |
---|
omleggen |
legde om
- enkelvoud verleden tijd van omleggen
- Ik legde om.
- Jij legde om.
- Hij, zij, het legde om.
- Ik legde om.
- Het woord legde om staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.