homowijk
- ho·mo·wijk
- samenstelling van homo zn en wijk zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | homowijk | homowijken |
| verkleinwoord | homowijkje | homowijkjes |
- wijk waar relatief veel homoseksuelen, transgenders en biseksuelen wonen
- ▸ Vorig jaar werden een aantal andere media - waaronder de NOS - genept met een bericht over een zogenaamde homowijk in Tilburg. De burgemeester van die stad, Peter Noordanus, werkte toen mee aan de grap van de Stichting Roze Maandag.[1]
- ▸ Eerder deze week bezocht de koningin al de staat Californië. Daar ging ze langs bij de techregio Silicon Valley, besprak rechten voor lhbti'ers in de homowijk Castro in San Francisco en sprak met Nederlanders die naar de VS verhuisd zijn.[2]
- Het woord homowijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron “Restaurant zonder personeel blijkt pr-stunt” (Maandag 9 november 2015, 11:53), NOS
- ↑
