octopus

Nederlands

Octopus vulgaris 

Uitspraak

• Geluid:  octopus    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɔktoˌpʏs / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• oc·to·pus

Woordherkomst en -opbouw

• van Latijn octopus, in de betekenis van ‘inktvis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1881

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	octopus	octopussen
verkleinwoord	octopusje	octopusjes

Zelfstandig naamwoord

de octopus m

1. (koppotigen) een geslacht Octopus  van achtarmige inktvissen uit de familie van Octopodidae 

   • Paul de octopus is bij de één beroemd en bij de ander berucht om zijn voetbalvoorspellingen. 

2. een extra ademhalingsautomaat voor duikers, onderdeel van de duikuitrusting

Hyperoniemen

• inktvissen, weekdieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• Europese achtarm, grote blauwe octopus

Verwante begrippen

• grote blauwringoctopus

Hyponiemen

• blauwring-octopus, blauwringoctopus

Vertalingen

    1. achtarmige inktvis   

Duits: Krake (de) m (v dial.) Engels: octopus (en) Esperanto: polpo (eo) Frans: pieuvre (fr) v Italiaans: piovra (it) v

Nauruaans: dogiga (na) Noors: octopus (no) Spaans: pulpo (es) m, octópodo (es) m Zweeds: bläckfisk (sv) g

Gangbaarheid

• Het woord octopus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "octopus" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Engels

Zelfstandig naamwoord

octopus

1. (koppotigen) octopus, inktvis

Noors

Zelfstandig naamwoord

octopus

1. (koppotigen), octopus, inktvis