maagzuur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  maagzuur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• maag·zuur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  maag  en  zuur 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	maagzuur	maagzuren
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het maagzuur o

1. (medisch) zoutzuur dat deel uitmaakt van maagsap en wordt gemaakt door cellen in het slijmvlies van de maagwand die maagwandklieren worden genoemd

   • Wanneer maagzuur in de onbeschermde slokdarm terugstroomt kan dat tot ernstige klachten leiden. 

Afgeleide begrippen

• maagzuurproductie, maagzuurremmer, maagzuursecretie

Vertalingen

    1.   

Duits: Magensäure (de) v Engels: gastric acid (en)

Frans: acidité gastrique (fr) m Spaans: ácido gástrico (es) m

Gangbaarheid

• Het woord maagzuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maagzuur" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.