muskadel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  muskadel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mus·ka·del

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zoete wijnsoort’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1253

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	muskadel	muskadellen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de muskadel v / m

1. (plantkunde) muskaatdruif
2. (drinken) (zoete) wijn gemaakt van deze druif

Afgeleide begrippen

• muskadellenwijn, muskadelwijn

Gangbaarheid

• Het woord muskadel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.