• af·ge·stu·deer·de
vervoeging van: afstuderen…
verbogen vorm: afgestudeerdee

afgestudeerde

  1. verbogen vorm van afgestudeerd, voltooid deelwoord van afstuderen

afgestudeerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van afgestudeerd
enkelvoud meervoud
naamwoord afgestudeerde afgestudeerden
verkleinwoord

afgestudeerde

  1. persoon die een opleiding met succes heeft afgerond
    • De afgestudeerden kregen van de de directeur hun diploma uitgereikt.