De islam (Ar: الإسلام (al- islām)) is een van de Abrahamitische religies waar God (Ar: الله, (Allah)) centraal staat. Binnen de islam gelooft men dat Hij de Ene, Ondeelbare God is, die via vele profeten en boodschapper Mohammed rond 610 tot 632 de Koran, het Woord van God openbaarde. De islam is na het christendom de grootste religie ter wereld.
Volgelingen van de islam worden moslims genoemd, 'zij die zich overgeven aan God'.
bewerk
|
De islam volgt een maankalender van twaalf maanden van 29 of 30 dagen, waarin het jaar tien of elf dagen korter is dan het zonnejaar. Daarom verschuiven de islamitische feest- en gedenkdagen door het zonnejaar heen. De belangrijkste dagen voor moslims zijn het Suikerfeest aan het einde van de vastenmaand ramadan en het Offerfeest na de jaarlijkse bedevaart. Daarnaast zijn ook de vrijdag als de dag van het gezamenlijke gebed in de moskee en de vastenmaand ramadan belangrijk, waarbinnen Laylat al-Qadr een speciale plek inneemt. Binnen enkele stromingen en bepaalde landen is ook Asjoeraeen belangrijke feestdag.
bewerk
|
Islamitische wetenschappers vertaalden in de eerste eeuwen na het begin van de islam verschillende Griekse, Perzische en Indische geschriften. Later ontwikkelden ze een eigen literatuur die opgetekend was in het Arabisch en die gemaakt werd door geleerden uit alle delen van het islam-imperium. Daarom spreken we van Islamitische wetenschap (ook Arabische wetenschap genoemd). In de renaissance namen Europese wetenschappers deze kennis weer over. In de wetenschapsgeschiedenis zijn de Islamitische wetenschappers niet alleen van belang vanwege hun eigen ontdekkingen, bijvoorbeeld op het gebied van de wiskunde en optica, maar ook vanwege het behouden van Griekse geschriften die anders verloren zouden zijn gegaan.
Lees verder...
|
|
|