Naar inhoud springen

Belle van Zuylen: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Citaat uit Le Noble, conte moral, 1762: paar wijzigingen, niet overal even zeker van mijn zaak
Regel 223: Regel 223:


Bovendien had de Heer van Obdam & Cie ''Le Noble'' al eerder bewerkt tot de [[opera buffa]] ''De Deugd is den Adel waerdig (Vertu vaut bien noblesse)''. Deze ''Compagnie'' bestond uit Jacob Jan van Wassenaer Obdam, een zoon van de componist [[Unico Wilhelm van Wassenaer Obdam]], en de toneelspeelster en zangeres Rosette Bapiste, tevens minnares van Jacob.<ref>[http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/DVN/lemmata/data/Anselme Anna de Haas, ''Rose Albertine Françoise Anselme'', Digitaal Vrouwenlexicon Nederland, 2014]</ref><ref>Kees van Strien, ''Isabelle de Charrière, Early writings. New material from Dutch archives.'' (2005) p. 37</ref> ''De Deugd is den Adel waerdig'' werd op 2 maart 1769 in de Fransche Comedie in Den Haag opgevoerd, op muziek die vader Unico gecomponeerd zou kunnen hebben.<ref>''Le Noble als opéra bouffe.'' Tekst uit 's-Gravenhaegse Maendagse Courant 24 februari 1769. In: Lettre de Zuylen 3 (1978) p.7</ref><ref>Dubois, ''Zonder vaandel'' (1993) p. 104-106</ref><ref>Alfred Dunning, ''Un gentilhomme hollandais, diplomate-compositeur, à la cour de Louis XV. Nouvelles recherches sur le comte Unico Wilhelm van Wassenaer'', in ''evue de Musicologie'', 74 n1 (19880101) p. 27-51</ref>
Bovendien had de Heer van Obdam & Cie ''Le Noble'' al eerder bewerkt tot de [[opera buffa]] ''De Deugd is den Adel waerdig (Vertu vaut bien noblesse)''. Deze ''Compagnie'' bestond uit Jacob Jan van Wassenaer Obdam, een zoon van de componist [[Unico Wilhelm van Wassenaer Obdam]], en de toneelspeelster en zangeres Rosette Bapiste, tevens minnares van Jacob.<ref>[http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/DVN/lemmata/data/Anselme Anna de Haas, ''Rose Albertine Françoise Anselme'', Digitaal Vrouwenlexicon Nederland, 2014]</ref><ref>Kees van Strien, ''Isabelle de Charrière, Early writings. New material from Dutch archives.'' (2005) p. 37</ref> ''De Deugd is den Adel waerdig'' werd op 2 maart 1769 in de Fransche Comedie in Den Haag opgevoerd, op muziek die vader Unico gecomponeerd zou kunnen hebben.<ref>''Le Noble als opéra bouffe.'' Tekst uit 's-Gravenhaegse Maendagse Courant 24 februari 1769. In: Lettre de Zuylen 3 (1978) p.7</ref><ref>Dubois, ''Zonder vaandel'' (1993) p. 104-106</ref><ref>Alfred Dunning, ''Un gentilhomme hollandais, diplomate-compositeur, à la cour de Louis XV. Nouvelles recherches sur le comte Unico Wilhelm van Wassenaer'', in ''evue de Musicologie'', 74 n1 (19880101) p. 27-51</ref>
Het verhaal begint als volgt:

{{cquote|- On ne suit pas toujours ses Aïeux, ni son Père (La Fontaine)<br />Il y avait dans une des provinces de France un château très ancien, habité par un vieux rejeton d'une famille encore plus ancienne. Le baron d'Arnonville était très sensible au mérite de cette ancienneté, et il avait raison, car il n'avait pas beaucoup d'autres mérites. Mais son château se serait mieux trouvé d'être un peu plus moderne: une des tours comblait déjà une partie du fossé; on ne voyait dans le reste qu'un peu d'eau bourbeuse, et les grenouilles y avaient pris la place des poissons. Sa table était frugale, mais tout autour de la salle à manger régnaient les bois des cerfs tués par ses aïeux. Il se rappelait, les jours gras, qu'il avait droit de chasse, les jours maigres, qu'il avait droit de pêche, et content de ces droits, il laissait sans envie manger des faisans et des carpes aux ignobles financiers. Il dépensait son modique revenu à pousser un procès pour le droit de pendre sur ses terres; et il ne lui serait jamais venu dans l'esprit qu'on pût faire un meilleur usage de son bien, ni laisser à ses enfants quelque chose de mieux que la haute et basse justice. L'argent de ses menus plaisirs, il le mettait à faire renouveler les écussons qui bordaient tous les planchers, et à faire repeindre ses ancêtres.|Le Noble, 1762. [http://athena.unige.ch/athena/charriere/charriere-le-noble.html athena.unige.ch Le Noble, conte moral.]}}
:(Vertaling: De Edelman - We doen niet altijd hetzelfde als onze voorouders of onze vader ([[Jean de La Fontaine|La Fontaine]]).<br>In een Franse provincie stond een oeroud kasteel, bewoond door een oude telg van een nog oudere familie. De baron van Arnonville hechtte grote waarde aan deze ouderdom, en met recht, want veel andere verdiensten had hij niet. Maar zijn kasteel had best wat moderner mogen zijn: het puin van een van de torens had al een deel van de slotgracht gedempt. Verder zag je alleen maar wat modderwater, waarin kikkers de vissen hadden vervangen. Zijn tafel was sober, maar de hele eetkamer werd gedomineerd door de geweien van de herten die zijn voorouders geschoten hadden. Op vleesdagen herinnerde hij zich dat hij het [[jachtrecht]] bezat, op visdagen dat hij het [[visrecht]] had. Tevreden met deze rechten liet hij zonder jaloezie fazanten en karpers opeten door platte [[Belastingpacht|belastingpachters]]. Hij besteedde zijn bescheiden inkomen aan een proces over het recht om mensen op te hangen op zijn landgoed, en het zou nooit in hem zijn opgekomen dat hij zijn bezit beter kon gebruiken of dat hij zijn kinderen iets beters kon nalaten dan de hoge en lage rechtspraak. Met het geld van zijn kleine pleziertjes liet hij de [[wapenbord]]en overal langs de zolderingen en de portretten van zijn stamouders opknappen.)


== Iconografie: portretten van Belle van Zuylen==
== Iconografie: portretten van Belle van Zuylen==

Versie van 9 jan 2021 05:44

Belle van Zuylen/Isabelle de Charrière
Portret door Maurice Quentin de La Tour (1771)
"Ik heb geen talent voor ondergeschiktheid"
"Je n’ai pas les talents subalternes"
Algemene informatie
Volledige naam Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken
Pseudoniem(en) Belle van Zuylen,
Zélide,
Abbé de la Tour
Geboren 20 oktober 1740
Geboorteplaats Zuilen
Overleden 27 december 1805
Overlijdensplaats Colombier
Land Vlag van Nederland Nederland, Vlag van Zwitserland Zwitserland
Dbnl-profiel
Website
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Belle van Zuylen of Belle de Zuylen (volledige naam Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken; na haar huwelijk ook Madame Isabelle de Charrière, Zuilen, 20 oktober 1740Colombier, 27 december 1805) was een Nederlandse achttiende-eeuwse Franstalige schrijfster en componist. Ze schreef brieven, (zelf)portretten, fabels, novelles, pamfletten, toneelstukken, opera's (libretti en muziek) en componeerde verder liederen en klaviersonates.

Persoonlijk

Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken werd geboren in een adellijke familie op slot Zuylen aan de Vecht. Ze was de oudste dochter van Diederik Jacob Van Tuyll van Serooskerken (1707-1776), heer van Zuilen en Westbroek (voorzitter van de Ridderschap van Utrecht en gedeputeerde ter Staten-Generaal) en Helena Jacoba de Vicq (1724-1768). Van Zuylen was de oudste van de zeven kinderen die onderwijs aan huis kregen van Zwitserse Franstalige gouvernantes en gouverneurs. Ze woonde tot haar eenendertigste op Slot Zuylen; in de winter verbleef ze in hun huis op de Kromme Nieuwegracht 3-5 te Utrecht.

Voor haar tiende jaar ging Van Zuylen met haar Geneefse gouvernante Jeanne-Louise Prevost (periode 1746[1]-1753) een jaar naar Genève, waar Van Zuylen Franse les kreeg. Ze speelde toneel in Molières L'École des femmes,[2] en bezocht Chambéry en Aix-les-Bains, waar ze tweemaal naar de thermale baden geweest is.[3] Achteraf gaf ze de voorkeur aan het spelen op het strand aan het Meer van Genève boven haar bezoeken aan Versailles, de schilderijen van L'Arsenal en de decoraties van de Opera van Parijs. In Parijs ontmoetten ze de schilder Maurice Quentin de La Tour, met wie ze dineerden, en Jacques Necker.

In 1753 keerde Prevost om gezondheidsredenen terug naar Genève, echter zonder afscheid te nemen. Ze schreef Van Zuylen, die in Den Haag was, een afscheidsbrief en bleef met haar corresponderen tot en met 1758 (zover er brieven bekend zijn). Ze verhuisde naar Neuchâtel, waar Van Zuylen haar in oktober-november 1771 bezocht.

Haar ouders gaven haar veel gelegenheid tot leren (lessen Engels, Italiaans, Latijn, Duits, muziek, natuurkunde en godsdienstles voor haar belijdenis). Zij kreeg wiskundeles van Laurens Praalder. Hierdoor was ze beter opgeleid dan de meeste vrouwen en vaak ook mannen uit haar tijd. Frans was in hogere kringen al eeuwenlang, ook elders in Europa, de lingua franca. Van Zuylen wilde van "het land van iedereen" zijn en schreef haar werken bijna uitsluitend in het Frans.

Eind 1754 maakte ze kennis met de rooms-katholieke Poolse graaf Pieter Dönhoff, ritmeester van de cavalerie van het Cannenburg-regiment, die bevriend was met haar aangetrouwde oom Leonard de Casembroot (majoor van hetzelfde regiment, dat gelegerd was te Utrecht).[4] Het was liefde op het eerste gezicht van haar kant. Hij toonde echter weinig belangstelling voor haar. Ze werd neerslachtig en verdween achttien maanden om hem niet opnieuw te zien. Ze bleef tot in december op Slot Zuylen en ging toen naar familie in Den Haag.[5] Bij terugkomst schreef ze hem een brief over deze voor haar nog steeds pijnlijke situatie.[6] Ze schonk hem een snuifdoos.[7]

In 1755 schreef Belle aan haar oudste broer Reinout 'Overdenkingen over de vriendschap'.[8]

Na haar anonieme publicatie van Le Noble schreef Dönhoff twee brieven onder pseudoniem. De eerste brief als 'Ridder van Nivers' aan de uitgever van het tijdschrift waar de novelle in verscheen met het verzoek om de naam van de vrouwelijke auteur om met haar te kunnen corresponderen. De tweede brief schreef hij een half jaar later onder het pseudoniem 'Markies d'Arnonville' aan van Zuylen zelf, via de nederlandse schrijver Gijsbert Jan van Hardenbroek die alle liefdesbrieven die geschreven werden aan zijn geliefde Belle van Zuylen in kopie verzamelde.[9]

De onverwachte dood van Dönhoff op 25 september 1764 te Brakkestein bij Hatert leidde tot vele gesprekken en briefwisselingen. Hij was in februari 1764 ziek naar het kuuroord Aix-la-Chapelle (Aken) vertrokken waar hij de 17-jarige Engelse Camilla Bennett ontmoette en bezwangerde. Ze vluchtten gezamenlijk naar Keulen, waar ze trouwden. In Gelderland trouwden ze voor de kerk.[10] Voor zijn vertrek naar Aken had Dönhoff zich echter al verloofd met een andere Engelse. 'Deze twee vrouwen waren naar Dönhoff te Brakkenstein toe gekomen en hij kon nauwelijks aan hen ontsnappen dan door deze keuze te maken', schreef de burgemeester van Nijmegen in zijn dagboek over zijn overlijden.[11] Van Zuylen schreef enkele dagen na zijn dood een brief naar haar vriendin Susanna Hasselaer: 'Graaf Dönhoff is overleden. Hij was niet getrouwd.'[12] Eind november sprak ze twee uur lang met de schoonzus van Robert Brown, de Schotse dominee van de presbyteriaanse kerk te Utrecht, die de zwangere weduwe van Dönhoff weggehaald had bij haar woedende ouders.[13]

Slot Zuylen met slangenmuur te Oud-Zuilen, 2012.

Vele huwelijkskandidaten uit binnen- en buitenland meldden zich bij haar vader; graaf Friedrich von Anhalt-Dessau (1761); Christian von Brömbsen (1762); Jean-Laurent Garcin (1762); neef Frits van Tuyll van Serooskerken (1762); de rooms-katholieke François Noyel, markies van Bellegarde, een vriend van David-Louis de Constant d'Hermenches (1764-66); James Boswell, Laird van Auchinleck (1766); Rijngraaf Friedrich III von Salm-Kyrburg (1766); graaf Georges Ernst von Sayn-Wittgenstein(1768); baron Gijsbert Jan van Hardenbroek[14] (1768); David Wemyss[15], bekend als Lord Elcho (1770).

Van Zuylen ging op dinsdag 15 januari, op dertigjarige leeftijd, in ondertrouw en trouwde op zondag 17 februari 1771 te Zuilen met de Zwitser Charles-Emmanuel de Charrière de Penthaz (1735-1808), een voormalig leraar in het buitenland van haar broer Willem René (1763-1766). Van Zuylen correspondeerde[16] met de Charrière en voerde later intensieve gesprekken met hem in Den Haag in maart 1769[17] en in het Belgische Spa in september 1769. Hun huwelijk bleef kinderloos. Tijdens de (emigratie)reis naar Zwitserland, die in juli 1771 begon, verbleef het echtpaar twee maanden in Parijs. Tijdens deze periode volgde Van Zuylen tekenles bij Maurice Quentin de La Tour. Hij maakte een pastelschets van haar. Beeldhouwer Jean-Antoine Houdon vervaardigde een terracotta buste van haar (met twee gipsen afdrukken voor haar broer Ditie en haar nicht Annebetje). Het postadres van het echtpaar was bij de bank 'Thellusson, Necker & Cie'. Haar man was bevriend met Georges-Tobie de Thellusson die hen uitnodigde enige dagen te komen logeren. Daar ontmoetten ze Johan Govert Adolph van Hardenbroek, die aan zijn ouders schreef dat Belle nu in het buitenland met Nederlanders Hollands sprak. Ze gingen met van Hardenbroek naar het theater.[18] Tevens ontmoetten ze de ook reeds getrouwde markies de Bellegarde in Parijs.

Landhuis (Manoir) Le Pontet in Colombier, 2011

In september reisde het echtpaar door naar Zwitserland en vestigde zich in het familiehuis 'Le Pontet' te Colombier (bij Neuchâtel). Van Zuylen woonde daar met haar schoonvader François (1697-1780) en haar twee ongetrouwde schoonzusters, Louise (1731-1810) en Henriette (1740-1814). Het kanton Neuchâtel had al lang een grotere godsdienstvrijheid dan Frankrijk en ook dan andere kantons van Zwitserland, waarmee het nog geen confederatie vormde. Ook toen het kanton van 1707 tot 1848 een Pruisisch vorstendom was, was dit het geval. Vanwege die godsdienstvrijheid kwamen vele vluchtelingen naar het kanton, zoals Béat Louis de Muralt[19] , de grootvader van moederskant van Van Zuylens echtgenoot, Jean Jacques Rousseau en de Britse graaf David Wemyss.

Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken overleed op 65-jarige leeftijd op 'Le Pontet'. Bij de begrafenis waren haar echtgenoot en schoonzussen (zoals gebruikelijk was) niet aanwezig. Eind negentiende eeuw zijn de twee begraafplaatsen van Colombier geruimd. Waar de van Zuylens restanten herbegraven zijn, is niet bekend.[20] In haar testament liet ze haar geschriften na aan Henriette L’Hardy, een jonge vriendin.

Werk

Van Zuylen werd in haar tijd door enkele kenners zeer gewaardeerd om haar werk, dat evenwel geen grote oplagen kende omdat ze die zelf betaalde (behalve Caliste, dat in Parijs gedrukt werd). Vertalingen verschenen tijdens haar leven in het Duits en in het Engels. Sommige werken verschenen eerder in het Duits dan in het Frans.[21]

Na haar dood werden haar boeken soms, maar niet veel herdrukt.[22] De Franse criticus Sainte-Beuve besprak ze in de jaren 1839-1845. De Zwitser Philippe Godet publiceerde na twintig jaar onderzoek in 1906 een uitgebreide biografie over haar. In 1908 wijdde Marie Loke, de eerste vrouwelijke lector in Nederland, haar oratie Les débuts du roman personnel: Madame de Charrière et son oeuvre aan Belle van Zuylen. Later in de twintigste eeuw werd van Zuylen bekender door recensies en vertalingen, vooral toen Simone Dubois en haar man Pierre vanaf 1969 over haar schreven. Van Zuylens verzameld werk verscheen in het Frans tussen 1979 en 1984 bij uitgeverij van Oorschot te Amsterdam.[21]

Op 22-jarige leeftijd publiceerde Van Zuylen anoniem haar eerste novelle, Le Noble, in een Franstalig tijdschrift bij uitgeverij Evert van Harrevelt te Amsterdam. De gecorrigeerde versie kwam in 1763 in boekvorm uit, maar die oplage werd door haar vader uit de handel genomen omdat het een satire was op haar eigen adellijke milieu.[23][24][25]

Le Noble werd door de Heer van Obdam & Cie (Jacob Jan van Wassenaer Obdam en toneelspeelster en zangeres Rosette Baptiste[26][27]) bewerkt tot de opera buffa De Deugd is den Adel waerdig (Vertu vaut bien noblesse). De opera werd op 2 maart 1769 opgevoerd in de 'Fransche Comedie' te Den Haag, met muziek die mogelijk was gecomponeerd door de vader van Van Wassenaer Obdam.[28][29][30]

In 1777 bracht Van Zuylen samen met vriendin Claire Cramer-Delon een onaangekondigd bezoekje aan de Franse schrijver en filosoof Voltaire in zijn huis te Ferney. Hij trok zich onmiddellijk terug elders in huis, omdat hij het laxeermiddel cassia had ingenomen. In 1784 begon van Zuylens schrijfcarrière pas goed. Ze verbleef ruim anderhalf jaar in Parijs (1786-1787), waar ze veel tijd besteedde aan componeren en klavecimbel spelen. Ze leerde daar Benjamin Constant kennen in de literaire salon van Amélie Suard. Constant was een neef van David-Louis Constant d'Hermenches en 27 jaar jonger dan Belle.

Op verzoek van Pierre-Alexandre DuPeyrou, een vriend van Van Zuylen en mecenas van Jean-Jacques Rousseau, werkte ze in 1789-1790 mee aan de correcte uitgave van het tweede deel van 'Bekentenissen', de autobiografie van Rousseau.

Correspondentie

Correspondentie van Belle van Zuylen met haar neef Willem René Tuyll van Serooskerken.

Naast romans, toneelstukken en verzen schreef Van Zuylen duizenden brieven - bijna allemaal in het Frans - naar familie, vrienden, geliefden en collega's. Veel van deze brieven zijn verloren gegaan of bewust vernietigd; aan het begin van de eenentwintigste eeuw zijn ongeveer 2.600 van haar brieven bekend. Tweehonderd van Van Zuylens brieven bevinden zich in Nederlandse archieven. Haar totaalverzameling brieven geeft een indruk van het adellijke leven aan het eind van de achttiende eeuw en van de positie van een (gefortuneerde) vrouw in het bijzonder.[31] Haar belangrijkste briefwisselingen die bewaard zijn gebleven waren met David-Louis Constant d'Hermenches (kolonel in dienst van de Staten-Generaal), de Schotse biograaf James Boswell (een vriend die haar ten huwelijk vroeg) en haar broer Dittie. Na haar huwelijk in 1771 met de Zwitser Charles-Emmanuel de Charrière onderhield Van Zuylen een uitvoerige correspondentie met haar broer Vincent. In 1786 ontmoette Van Zuylen de Franse politicus en auteur Benjamin Constant - een neef van Constant d'Hermenches - met wie ze ook uitvoerig correspondeerde. Tot slot zijn ook van de brieven aan haar vriendin, de Zwitserse schilderes Henriette l'Hardy en aan haar neef Willem-René van Tuyll van Serooskerken (de zoon van haar broer Vincent) voor een groot gedeelte bewaard gebleven.

Van Zuylen correspondeerde daarnaast onder meer de diplomaat baron Jean-Pierre de Chambrier d'Oleyres, de vertaler Ludwig Ferdinand Huber en de uitgever Pierre-Alexandre DuPeyrou (een trouwe vriend van Jean-Jacques Rousseau). Ze schreef ook regelmatig met Caroline de Sandoz-Rollin en de Zwitserse schrijfster Isabelle de Gélieu en ontwikkelde zo haar ideeën over de opleiding van vrouwen (een belangrijk thema in haar fictie).

David-Louis de Constant d'Hermenches

David-Louis Constant d"Hermenches (1722-1785), met een buste van Voltaire door een onbekende schilder

Toen van Zuylen negentien was, ontmoette ze de getrouwde Zwitser David-Louis, baron de Constant de Rebecque, seigneur d'Hermenches et Villars-Mendraz (1722-1785), kolonel van een Zwitsers regiment in dienst van de Staten-Generaal. Ze was deze achttien jaar oudere man met een reputatie van Don Juan tegen op het bal ter gelegenheid van de zeventiende verjaardag van Carolina van Oranje-Nassau en haar huwelijk een week later. Geheel tegen de regels van de etiquette in vroeg Van Zuylen hem ten dans met de vraag: "Danst u niet, mijnheer?" Tijdens de dans bood hij aan haar muziek via haar zus toe te sturen. Tevens stelde hij voor vrienden te worden. Van Zuylen antwoordde per brief dat ze de vriendschap graag ingevuld wilde zien met correspondentie. Hieruit ontstond tussen hen een geheime, openhartige correspondentie die meer dan vijftien jaar duurde. In deze briefwisseling is duidelijk te zien hoe haar talent voor het schrijven van brieven zich ontwikkelde. Hij prees Van Zuylen om de stijl van haar Franstalige brieven die hij beter vond dan die van zijn vriend Voltaire. In zijn brieven noemde hij haar Agnès omdat Van Zuylen haar eerste brief aan hem had ondertekend met Agnès Isabelle.

James Boswell

Citaat van Belle van Zuylen op een muur in het kantoor van Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, Amsterdam, 2014. Vertaling van Je n'ai pas les talents subalternes, brief aan James Boswell.

In augustus 1763 kwam James Boswell aan de universiteit te Utrecht Latijnse colleges Burgerlijk recht volgen bij professor Christiaan Hendrik Trotz. Eind oktober noemde hij Van Zuylen voor het eerst in zijn dagboek. Hij gebruikte daar al de naam Zélide, zoals zij zichzelf in haar zelfportret genoemd had.

Op 18 juni 1764 ging hij op grand tour en verklaarde aan Belle niet verliefd op haar te zijn. Zij antwoordde: "Je hebt groot gelijk dat ik er niet voor zou deugen om je vrouw te worden, daarover zijn we het volkomen eens, ik heb geen talent voor ondergeschiktheid".[32]

Je n'ai pas les talents subalternes

— Afwijzing in een brief aan James Boswell van zijn huwelijksaanzoek[33]

Op 16 januari 1766 stuurde hij echter vanuit Parijs een voorwaardelijk huwelijksaanzoek (van zestien pagina's) naar Van Zuylens vader, nadat hij daar een dag eerder gesproken had met haar broer Willem René, over hun beider bewondering en genegenheid voor van Zuylen. Willem René vond hem een goede partij gezien haar naar zijn mening aanmerkelijke onverschilligheid voor een huwelijk met de markies de Bellegarde. Hij voegde er wijselijk aan toe: "Ik ken je manier van denken, maar niet je karakter." Boswells voorwaarden voor een huwelijk met Van Zuylen hielden onder meer in: trouwen volgens de regels van de Kerk. Tevens de uitdrukkelijke afspraak dat Van Zuylen moest zweren - ook ten overstaan van haar vader en broers - hem altijd trouw te blijven, nooit plannen te maken voor een ontmoeting of briefwisseling met iemand die niet de goedkeuring zou kunnen wegdragen van haar echtgenoot en haar broers. Én: zonder hun toestemming geen literair werk te laten publiceren of laten opvoeren. Ze zou moeten toezeggen nooit haar stem te verheffen tegen de gevestigde religie of gewoonten van het land waarin ze zich zou bevinden. Ten slotte zouden ook beide vaders moeten instemmen met het huwelijk. Hij vroeg om een snelle en eerlijke beslissing van Van Zuylens vader, als deze verwachtte dat an Zuylen nog steeds de voorkeur aan hem zou geven. Hij wilde de brief graag terug en verzocht deze niet met zijn dochter te bespreken.[34] Beide vaders gingen echter niet akkoord met zijn huwelijksplannen.[35]

Bibliografie

Zie Oeuvre van Belle van Zuylen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Proza

Originele publicaties (selectie)

  • 1762: Portrait de Mll de Z., sous le nom de Zélide, fait par elle-même
  • 1763: Le Noble - Conte moral in Le Journal étranger combiné avec L’Année littéraire, tijdschrift Amsterdam.[36]
  • 1784: Lettres de Mistriss Henley publiées par son amie
  • 1784: Lettres neuchâteloises.
  • 1785: Lettres écrites de Lausanne
  • 1787: Caliste ou continuation de Lettres écrites de Lausanne
  • 1788: Réflexions sur la générosité et sur les Princes
  • 1789: Plainte et défense de Thérèse Levasseur
  • 1793: Lettres trouvées dans la neige, I-X, Neuchâtel
  • 1793: Lettres trouvées dans des porte-feuilles d’émigrés
  • 1795: Elise ou l'Université
  • 1795: Trois Femmes
  • 1798: L’Abbé de La Tour, bundel bestaande uit de novelles Les Ruines de Yedburg, Trois Femmes, Honorine d’Userche en Sainte Anne.[37]
  • 1799: Sainte-Anne
  • 1799: L' Abbé de la Tour, Lettre de Monsieur Sainte Anne à Mademoiselle De Kerber
  • 1806: Sir Walter Finch et son fils William.

Correspondentie

Na de brieven uit Correspondances et textes inédits (Éd. Guillemette Samson en anderen, 2006) zijn nog de volgende brieven gevonden:

Essays

  • 1764: Lettre sur les opérations militaires en Corse in de Gazette d'Utrecht over militaire operaties op Corsica aan de hand van brieven van Constant d’Hermenches.[48]
  • 1786: Examen de la tragédie d’Electre
  • 1787: Observations et conjectures politiques
  • 1789: Lettres d'un évêque francais à la nation
  • 1788: Réflexions sur la générosité et sur les Princes. (Vertaald in 2005 als Over de noodzaak van edelmoedigheid, in het bijzonder voor vorsten. Inleiding en commentaar Madeleine van Strien-Chardonneau. Vertaling Suzan van Dijk. Oegstgeest, Genootschap Belle de Zuylen, 2005. 40 p. Frans-Nederlands)
  • 1797: Réponse à l’écrit du colonel de La Harpe intitulé: De la neutralité des gouvernans de la Suisse depuis l’année 1789

Toneel en libretti

  • 1785: La famille d’Ornac, blijspel
  • 1785: L’Incognito, libretto
    Handschrift van Belle van Zuylen. Libretto voor de opera Pénélope (1785), partij van Eurymachus [49] [bron?]
  • 1785: Pénélope, libretto
  • 1788: Les Phéniciennes, tragedie gedrukt in Neuchâtel
  • 1789: Attendez revenez, blijspel
  • 1790: Polyphème ou le Cyclope, operalibretto
  • 1792: Zadig, opera
  • 1794: L’Emigré , toneel
  • 1794: La parfaite Liberté ou les vous et les toi, toneel
  • 1794: Elise ou l’Université, toneel
  • (vóór) 1796: L’Extravagant, toneel
  • 1800: L’Enfant gâté ou le fils et la nièce, toneel

Muziekcomposities

  • Zes menuetten voor strijkkwartet
  • Negen pianosonates
  • Tien airs en romances voor sopraan en piano
  • Chansonette bretonne. Menuetto IV & Trio.

Moderne uitgaven en vertalingen

Nederlandse vertalingen (na 1984)

  • Triste contradiction. Portrait de Zélide. Inleiding en vertaling Kees van Strien. Leiden, Kopwit, 2005. 41 p. Ill. Irène Prinsen.[50] Frans-Nederlands.
  • De edelman, in: Alles of Niets. Amsterdam, Meulenhoff, 1986;
  • De edelman - Een verhaal met zedelijke strekking. Vertaald door Rosalien van Witsen. Met een essay van Nelleke Noordervliet en een uitleiding door Kees van Strien. Amsterdam, Uitgeverij van Oorschot, 2013. 63 p.[24]
  • Mrs. Henley, in: Alles of Niets. Amsterdam, Meulenhoff, 1986)
  • Brieven uit Neuchâtel. Vertaling en nawoord Leo van Maris. Amsterdam, L.J. Veen, 1997. 104 p.
  • Cécile, in: Alles of Niets. Amsterdam, Meulenhoff, 1986)
  • De geschiedenis van Caliste, in: Alles of Niets. Amsterdam, Meulenhoff, 1986.
  • Welgeboren, in: Een keuze uit haar werk. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1979.
  • Over de noodzaak van edelmoedigheid, in het bijzonder voor vorsten. Inleiding en commentaar Madeleine van Strien-Chardonneau. Vertaling Suzan van Dijk. Oegstgeest, Genootschap Belle de Zuylen, 2005. 40 p. Frans-Nederlands.
  • Aanklacht en verdediging van Thérèse Le Vasseur, in: Een keuze uit haar werk. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1979.
  • IJdelheid en liefde, in: Een keuze uit haar werk. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1979.
  • Drie vrouwen. Roman., in: Een keuze uit haar werk. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1979).
  • Honorine d'Userche. Als liefde aan het taboe ten ondergaat. Vertaald en ingeleid door Simone en Pierre Dubois. Den Haag, Nijgh & Van Ditmar, 1985. 98 p.
  • Mijnheer Sainte Anne. Vertaling Johanna Stouten. Amsterdam, Querido, 1985. 107 p.). Uitgave van een deel van deze novelle Sainte-Anne
  • Brief van Walter Finch aan zijn zoon. Vertaald en ingeleid door Simone en Pierre Dubois. Den Haag, Nijgh & van Ditmar, 1987. 96 p.

Vertalingen in andere talen

Uit het Frans zijn er behalve naar het Nederlands, ook vele vertalingen van proza van Isabelle de Charrière gemaakt in andere talen. Hieronder wordt per taal de eerste vertaling van een originele Franse titel van Belle van Zuylen aangegeven.

  • in het Duits 1772 Le noble als Die Vorzüge des alten Adels[51]
  • in het Engels 1799 Lettres écrites de Lausanne[52] en Caliste;
  • in het Nederlands 1942 Caliste als Victor E. van Vriesland: Caliste, L.J. Veen, Amsterdam, 1942.
  • in het Deens 1980 Le noble, Mrs. Henley[53]
  • in het Japans 1992 Le noble
  • in het Italiaans 2005 Mrs. Henley, Lettres écrites de Lausanne, Lettres Neuchâteloises[54]
  • in het Koreaans 2011 Mrs. Henley

Correspondentie (vertaald)

  • Rebels en beminnelijk. Brieven van Belle van Zuylen-Madame de Charrière (1740-1805) aan Constant d'Hermenches, James Boswell, Benjamin Constant en anderen 1760-1805. Uitgezocht, ingeleid en vertaald door Simone Dubois. Amsterdam, Arbeiderspers, 1971 / 1979. 178 p.[55]
  • Ik heb geen talent voor ondergeschiktheid. Belle van Zuylen in briefwisseling met Constant d'Hermenches, James Boswell en baron Van Pallandt. Vertaling en nawoord Greetje van den Bergh. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1987. 744 p.
  • Je bent een allerbeminnelijkste dwaas. Belle van Zuylen in briefwisseling met Benjamin Constant. Vertaling en voorwoord Greetje van den Bergh. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1990. 528 p.
  • Agnès à d'Hermenches. Lettre du 3 octobre 1768. Vertaald door Greetje van den Bergh. Woubrugge, Avalon Pers, 1990. 32 p. (Frans-Nederlands).
  • Lettre à James Boswell - brief aan James Boswell. Vertaald door Pierre H. Dubois. La Haye, Mikado Pers, 1994. 19 p. (Frans-Nederlands).
  • Brief aan Vincent [haar broer] [14.07.1780]. Vertaald door Pierre en Simone Dubois. Prent van Doortje de Vries. Apeldoorn, Eikeldoorpers, 1998. 14 p. (Frans-Nederlands).
  • Boswell en Holland met de volledige correspondentie met Belle van Zuylen. Vertaald, bewerkt en ingeleid door Jan Pieter van der Sterre m.m.v. C.D. van Strien. Amsterdam, Atlas, 2000. 456 p.

Themavertalingen uit haar brieven en verhalen

  • Trix Trompert-van Bavel: Belle van Zuylen en haar honden. Groenlo, in eigen beheer, 2014. 31 p. ISBN 9789081290104 (Nederlands - Frans)
  • "A Teaching Devil". Lessen voor het leven, brief- en romanfragmenten. Vertaling Marjolein Hogewind-Laffrée. Wassenaar, Genootschap Belle van Zuylen, 2015. 56 p.

Wetenschappelijke uitgaven van de originele teksten

  • Œuvres complètes [de] Isabelle de Charrière, Belle de Zuylen, Édition critique par J-D. Candaux, C.P. Courtney, Pierre H. Dubois, Simone Dubois-de Bruyn, P. Thompson, J. Vercruysse, D.M. Wood [M. Flothuis, A. Schnegg et M. Gilot]. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1979-1984.
    • Tome 1, Correspondance 1, 1753-1766 (1979);
    • Tome 2, Correspondance 2, 1767-1786 (1980);
    • Tome 3, Correspondance 3, 1787 - mars 1793 (1981);
    • Tome 4, Correspondance 4, avril 1793-décembre 1794 (1982);
    • Tome 5, Correspondance 5, 1795-1799 (1983);
    • Tome 6, Correspondance 6, 1800-1805 (1984),
    • Tome 7, Théâtre 1764-1801 (1979);
    • Tome 8, Romans, contes et nouvelles 1, 1763-1797 (1980);
    • Tome 9, Romans, contes et nouvelles 2, 1798-1806 (1981);
    • Tome 10, Essais, Vers, Musique (1981)
  • Die wiedergefundene Handschrift: Victoire ou la vertu sans bruit. Magdalene Heuser. In: Editio. Internationales Jahrbuch für Editionswissenschaft. 11 (1997), p. 178-204. ISSN 0931-3079[56]
  • van Strien, K.: Isabelle de Charrière (Belle de Zuylen). Early Writings. New Material from Dutch Archives, Series: La République des Lettres, 25 Éd. Kees van Strien, Leuven, Éditions Peeters, 2005. VI-338 p. ISBN 978-90-429-1646-3[57]
  • Correspondances et textes inédits. Éd. Guillemette Samson, J-D. Candaux, J. Vercruysse et D. Wood. Paris, Honoré Champion, 2006 423 p. ISBN 978-2-7453-1310-2, dat onder andere vier teksten en 27 brieven van en aan Belle van Zuylen bevat die zijn gevonden ná de publicatie van de Œuvres complètes (J-D. Candaux en anderen) zoals:

Herdrukken

  • Une aristocrate révolutionnaire : écrits, 1788-1794, Éd. Isabelle Vissière; index et notes Jean-Louis Vissière. Paris, Édition des femmes, 1988.
  • Une liaison dangereuse : correspondance avec Constant d’Hermenches, 1760-1776, Éd. Isabelle et Jean-Louis Vissière. Paris, La Différence, 1991.
  • Lettres neuchâteloises, Éd. Isabelle et Jean-Louis Vissière, préface Christophe Calame. Paris, La Différence, 1991.
  • Honorine d’Userche : nouvelle de l’Abbé de La Tour. Toulouse, Ombres, 1991.
  • Lettres trouvées dans des portefeuilles d’émigrés : 1793, préface Colette Piau-Gillot. Paris, Côté-Femmes, 1993, (Des femmes dans l’histoire.)
  • Trois femmes. Préface Claire Jaquier. Lausanne, L’Âge d’Homme, 1996.
  • Correspondance Isabelle de Charrière et Benjamin Constant (1787-1805), Éd. Jean-Daniel Candaux. Paris, Desjonquères, 1996.
  • Sainte Anne, Éd. Yvette Went-Daoust, Amsterdam, Rodopi, 1998.
  • Sir Walter Finch et son fils William : suivi de lettre à Willem-René Van Tuyll Van Serooskerken, Éd. Valérie Cossy. Paris, Desjonquères, 2000.

Verder zijn er ook wetenschappelijke publicaties over Belle van Zuylen en haar werk verschenen in het Russisch 1930; Spaans 1937; Noors 1988; Turks 2001; Hebreeuws 2009.

Citaat uit Le Noble, conte moral, 1762

Belle van Zuylen publiceerde deze vertelling toen ze 22 was in een Franstalig tijdschrift bij de Amsterdamse uitgeverij van Evert van Harrevelt. Van Zuylens ouders kochten de gehele oplage van de uitgave in boekvorm in 1763 op, om verdere verspreiding van deze satire op de adel te voorkomen.[61] Maar deze "moralistische vertelling" vond toch zijn weg in Europa, want de Duitse dichter en staatsman Johann Wolfgang Goethe recenseerde de Duitse vertaling Die Vorzüge des alten Adels op 3 november 1772 in de Frankfurter Gelehrten Anzeigen.[62][24][63]

Bovendien had de Heer van Obdam & Cie Le Noble al eerder bewerkt tot de opera buffa De Deugd is den Adel waerdig (Vertu vaut bien noblesse). Deze Compagnie bestond uit Jacob Jan van Wassenaer Obdam, een zoon van de componist Unico Wilhelm van Wassenaer Obdam, en de toneelspeelster en zangeres Rosette Bapiste, tevens minnares van Jacob.[64][65] De Deugd is den Adel waerdig werd op 2 maart 1769 in de Fransche Comedie in Den Haag opgevoerd, op muziek die vader Unico gecomponeerd zou kunnen hebben.[66][67][68]

Iconografie: portretten van Belle van Zuylen

Achttiende eeuw

Achttiende eeuw

Negentiende eeuw

Twintigste eeuw

Eenentwintigste eeuw

  • Fanny Kiezenberg: beeld, 2001.[95]
  • Irène Prinsen: tekeningen, 2005.[96]
  • Margot Verhoeven: schilderijen, 2010.[97]
  • Eveline van Duyl: beeld, 2011.[98]
  • Maarssense Kunstschilders: schilderijen, 2013.[99]
  • Milan Kovačević: tekening, 2014.[100]
  • Emo Verkerk[101]: schilderijen, beeld, 2014.[102][103][104]
  • Eliane Gerrits: illustratie, 2016.[105]
  • Hisko Hulsing: illustratie, 2017.[106][107]

Gebaseerd op:

  • Frits G. L.O. van Kretschmar, Who painted the portraits of Belle de Zuylen and her family-circle? In: Lettre de Zuylen, Bulletin de l'association Belle de Zuylen - Isabelle de Charrière, 1977, 2, p. 12-17
  • Constance Thompson Pasquali: Madame de Charrière à Colombier. Iconographie. Neuchâtel, Bibliothèque de La Ville, 1979. 48 p.
  • A. van der Goes en anderen: Op Stand aan de Wand. Vijf eeuwen familieportretten in Slot Zuylen. Slot Zuylen, 1996. 172 p.
  • RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
  • www.collectienederland.nl Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) Collectie Nederland

Bronnen

Chronologisch:

  • Philippe Godet[108], Madame de Charrière et ses amis, d’après de nombreux documents inédits (1740-1805) avec portraits, vues, autographes, etc. Genève, A. Jullien, 1906 (xiii,519 p. + 448 p.)[109]
  • Victor E. van Vriesland: Biografische inleiding bij zijn vertaling van 'Caliste' als Geschiedenis van Caliste. Amsterdam, L.J. Veen, 1942.[110]
  • Titia J. Geest: Madame de Charrière, een leven uit de 18de eeuw. Assen, Van Gorcum, 1955. - 121 p.
  • Simone Dubois, Leven op afstand. Zaltbommel, Europese Bibliotheek, 1969. 232 p.
  • Werkgroep 18e eeuw. Documentatiebladen 27, 28, 29: Actualité d'Isabelle de Charrière 1975. 300 p.[111]
  • C.P. Courtney: A preliminary bibliography of Isabelle de Charrière (Belle de Zuylen). Oxford, Voltaire Foundation, 1980. 157 p.
  • Alix Deguise, Trois femmes : le monde de Madame Charrière. Genève: Slatkine, 1981. 236 p.
  • C.P. Courtney: Isabelle de Charrière (Belle de Zuylen). A secondary bibliography. Oxford, Voltaire Foundation, 1982. 50 p.
  • Pierre Dubois en Simone Dubois: Zonder Vaandel. Belle van Zuylen 1740-1805, een biografie, Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1993. 856 p.
  • C.P. Courtney: Isabelle de Charrière (Belle de Zuylen). A biography. Oxford, Voltaire Foundation, 1993. 810 p.
  • Association Suisse Isabelle de Charrière. Une Européenne: Isabelle de Charrière en son siècle. Neuchâtel, Attinger, 1994. 353 p.
  • C.P. Courtney: Belle van Zuylen and Philosophy. Utrecht, Universiteit Utrecht, 1995. 32 p. ISBN 9789073446502
  • Yvette Went-Daoust: Isabelle de Charrière: De la correspondance au roman épistolaire Amsterdam, Rodopi, 1995. 140 p.
  • Yvette Went-Daoust (red.): Belle de Zuylen / Isabelle de Charriere. Ecrivain des Lumieres. In: Rapports-Het Franse Boek, 70 (2000), p. 66-116.[112]
  • Jacquline Letzter and Robert Adelson: Women Writing Opera: Creativity and Controversy in the Age of the French Revolution. Berkeley CA, University of California Press, 2001. xvii, 341 p.
  • Vincent Giroud and Janet Whatley: Isabelle de Charrière. Proceedings of the international conference held at Yale University, 2002. New Haven CT. The Beinecke rare book and manuscript library, 2004. v, 151 p.
  • Monique Moser-Verrey: Isabelle de Charrière and the Novel in the 18th century. Utrecht, Universiteit Utrecht, 2005. 32 p.
  • Nicole Pellegrin: Useless or pleasant? Women and the writing of history at the time of Belle van Zuylen (1740-1805). Utrecht, Universiteit Utrecht, 2005.
  • Suzan van Dijk, Valérie Cossy, Monique Moser-Verrey, Madeleine van Strien-Chardonneau: Belle de Zuylen / Isabelle de Charrière: Education, Creation, Reception Amsterdam, Rodopi, 2006, 343 p.[113]
  • Valérie Cossy, Isabelle de Charrière : écrire pour vivre autrement, Lausanne, Presses polytechniques et universitaires romandes, 2012, 144 p. ISBN 978-28-807-4951-4
  • Monique Moser-Verrey, Isabelle de Charrière : salonnière virtuelle. Un itinéraire d'écriture au XVIIIe siècle. Paris, Éd. Hermann, 2013. 370 pages. ISBN 9782705686956
  • Kees van Strien, Belle van Zuylen. Een leven in Holland. Soesterberg, Aspekt, 2019.[114] ISBN 978-94-6338-744-6

Van Zuylen en haar werk in romans, toneel, muziek en film

Chronologisch:

Romans

  • Johan van der Woude, Belle van Zuylen. Amsterdam, De Spieghel / Mechelen, Het Kompas, [1934].[115][116][117]
  • Dorothy Farnum. De godin van Oud-Zuilen. Amsterdam, Elsevier, 1960.
  • Joke J. Hermsen, De liefde dus. Roman. Amsterdam: Arbeiderspers, 2008. Historische roman, deels in briefvorm, over Belle van Zuylen.
  • Amalia Baracs, Klokkenspel voor Belle van Zuylen. Ill. Marthe Philipse. Amsterdam, Gopher, 2015. ISBN 9789051799163

Toneel

  • Annemarie Prins. Schrijf aan mij, houd van mij. Amsterdam, Theatergroep Terzijde, 1975.[118]
  • Ethel Portnoy, Belle van Zuylen ontmoet Cagliostro. Toneelstuk in twee bedrijven. Amsterdam, Meulenhoff, 1978.[119][120]
  • Brieven, Haarlem, Stichting Toneelschuur Producties, 1981.[121]
  • Nelleke Noordervliet, Belle en Benjamin. Amsterdam, FRI-Theatergroep CREA, 1990.[122],[123]
  • Carel Alphenaar en Hanna Laus, De absolute vrijheid of het gejij en gejou. Den Haag, Theaterfestival, 6 september 1991.[124][125][126]
    • Een bewerkte uitvoering [127] als kostuumdrama door toneelgroep ‘Het Portret Spreekt’ onder regie van Gepke Witteveen. Den Haag, theater Première Parterre, 27 mei 2017.[128][129]
  • Ineke ter Heege & Jan-Jaap Jansen, Belle of geen talent voor ondergeschiktheid. Monnickendam, Theatergroep de Kern, 1993.[130]
  • Spectacle-lecture van De Vluchteling (L'Emigré) en De Ontroostbare (L'Inconsolable) door fRi-theatergroep CREA, regie: Liliane Alexandrescu, vertaald door Marjolein Laffree. Slot Zuylen 26 oktober 2002.
  • L'année de Belle, une belle année in Slot Zuylen door theatergroep Maarssen’32 onder regie van Ineke de Jongh juni 2005.[132]
  • Wilko Tieben, Belle in de geest van Voltaire in het kerkje van Oud Zuilen door theatergroep Maarssen’32 onder regie van Dea Koert november 2005.
  • Alana Gillespie, Eenakter Belle&James door het Engelstalige toneelgezelschap Boisterous Oyster Playhouse op 23 maart 2008 in het Slot Zuylen.[133]
  • A.M.R. Gillespie en H.J Vinke, Vijf Nederlandse toneelstukken over Belle van Zuylen in kamers van Slot Zuylen op 23 november (en 7 december) 2008 door het Boisterous Oyster Playhouse.[134]
  • Op bezoek bij Belle. Een toneelimpromptu. Toneelgroep FRI-CREA, onder regie van Liliana Alexandrescu. Slot Zuylen, 15 november 2015.[135]
  • La Noble ou l’art d’être une belle noble, een Nederlandse toneelbewerking van Le Noble, de eerste roman van Belle van Zuylen, door Eva Mathijssen onder regie van Gepke Witteveen gespeeld in het theater Première Parterre te Den Haag op 19 oktober 2019.[136]

Muziektheater

  • Très Belle, een muzikaal brievenverhaal door acteurs Maaike van der Meer en Boris van den Wijngaard en claveciniste Martine Visser in Salon Saffier te Utrecht op 14 september 2008.[137]
  • Belle en Boswell soiree, een muzikale vertolking van de briefwisseling tussen Belle van Zuylen en James Boswell door Crissman Taylor en celliste Maaike Peters op 11 november 2012 (try-out bij het project 'Gluren bij de buren - Lunetten' van theater De Musketon).
  • Belle van Zuylen muzikaal. Maaike Peters (cello, Belle), Crissman Taylor (mezzo-soprano) en Robert Hoving (bariton, Boswell) brengen op muzikale wijze een bijzondere briefwisseling van Belle van Zuylen naar de Dorpskerk te Blaricum op 24 maart 2013.[138]
  • Belle and Boswell. An unconventional correspondence. Crissman Taylor (mezzo-soprano), Maaike Peters (cello, en Belle) en Robert Hoving (bariton, Boswell) op 21 juni 2013 Huygens instituut te Den Haag.[139]
  • Op bezoek bij Belle, een muzikaal verhaaldiner door Anneke Laverman en Marloes Robijn met muziek van Berend Ike op 3 november 2013 in de werfkelder In De Ruimte te Utrecht.[140]
  • Belle and Boswell Deliciously ill-faded.. Muzikaal theaterstuk van Crissman Taylor, zang, Maaike Peters, cello (Belle), Robert Hoving, zang (Boswell) en Elizabeth van Malde, piano op 10 mei 2014 Noord-Hollands Archief Haarlem.[141]
  • Voorstelling van Tamar Muziek Theater met Anita van Soest (Belle) en Paul Gelsing over Belle van Zuylen op 20 oktober 2019 in Slot Zuylen.[142]

Film en televisie

Receptie

  • Johann Wolfgang Goethe heeft een recensie geschreven in de Frankfurter Gelehrten Anzeigen (03.11.1772) over het in het Duits vertaalde boek (van 'Le Noble') Die Vorzüge des alten Adels, (anoniem uitgegeven, vertaald door Johann Lorenz Benzler), Lemgo, Meyer, 1772.[51]
  • August Wilhelm Schlegel heeft een recensie geschreven in de Allgemeine Literatur-Zeitung (04.10.1796) over het in het Duits vertaalde boek 'Honorine von Üserche, oder die Gefahr der Systeme. Eine Novelle von dem Abbé de la Tour', vertaald door Ludwig Ferdinand Huber[143], Leipzig, Peter Philipp Wolf, 1796.

Eerbewijzen aan Belle van Zuylen

  • In 2004 werd Belle van Zuylen gekozen tot Grootste Utrechter aller tijden.[144]
  • In 2007 is Belle van Zuylen gekozen in het Pantheon[145] van het Literatuurmuseum: permanente expositie van de tophonderd van (overleden) schrijvers als hoogtepunten uit de literaire cultuur.
  • In 2008 werd de Utrechtse Literaire Canon vastgesteld met Belle van Zuylen op de eerste plaats.[146]

Vernoemingen

Genootschap Belle van Zuylen

  • Simone Dubois-de Bruyn en Pierre H. Dubois, die in oktober 1990 het bestuur van het Genootschap Belle de Zuylen verlieten, werden benoemd tot ereleden van het Genootschap Belle de Zuylen. Simone Dubois-de Bruyn werd benoemd tot Ridder in de Kroonorde van België.
  • Het 40-jarig jubileum van het Genootschap Belle van Zuylen werd gevierd op 10 en 11 mei 2014. Op 10 mei werd het Genootschaps-archief overgedragen aan het Noord-Hollands Archief te Haarlem.[147] Op 11 mei werd de oprichting van het Genootschap gevierd op Slot Zuylen.[148]
  • Het Genootschap Belle van Zuylen heeft zowel in 2015 als in 2017 een Engelstalig congres gehouden in Chawton, Hampshire, Engeland. Het eerstgenoemde in de Chawton House Library. 'The Centre for the Study of Early Women's Writing, 1600-1830' van 15–19 september 2015 getiteld 'Isabelle de Charrière et l’ Angleterre'. Het tweede congres van 5-10 september 2017 in het Jane Austen’s House Museum met als titel 'Belle meets Jane'.
  • Het 45-jarig jubileum van het Belle van Zuylen Genootschap werd gevierd op 25 mei 2019 in Slot Zuylen met het thema Eten en koken in de 18e eeuw. Tevens was er op 26 mei 2019 in het Geelvinck Muziek Museum te Zutphen een lezing over de opera's van Belle van Zuylen en een concert, waarbij gespeeld werd op pianoforte en klavecimbel met muziek van vrouwelijke componisten, onder wie Belle van Zuylen.

Locaties en geplande toren

  • Omstreeks 2006 was er een plan om in Leidsche Rijn een toren met de naam Belle van Zuylen met een hoogte van 262 meter te bouwen. Dit plan is in januari 2010 geschrapt door de gemeente Utrecht en de projectontwikkelaar door de te hoge financiële risico's.
  • De gemeenten Alkmaar, Amstelveen, Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Castricum, Culemborg, Gilze-Rijen, Goirle, Gorinchem, Gouda, Haarlem, Heemstede, Hoofddorp, Huizen, Leiden, Maassluis, Oud-Zuilen, Pijnacker, Spijkenisse, Tilburg, Utrecht, Venray, Weert, Zoetermeer, en Zuid-Scharwoude hebben of een brink, brug, hof, hove, laan, pad, plein of straat naar haar vernoemd.

Postzegels

Prijzen

  • De Belle van Zuylenprijs werd in 1984 toegekend aan Simone Dubois-de Bruyn en in 1987 aan Charles B. Timmer.[151]
  • De Belle van Zuylenring, zie onder Wetenschap en literatuur

Wetenschap en literatuur

  • Op de Belle van Zuylen Leerstoel van de Universiteit Utrecht zijn benoemd (met het onderwerp leven en werk van Belle van Zuylen): Cecil Courtney (1995), Karen Ann Schriver (vanaf 1995),[152] Monique Moser-Verrey (april 2005), Nicole Pellegrin-Postel (oktober 2005).
  • Het Belle van Zuylen instituut, het interfacultair postdoctoraal onderzoeksinstituut op het gebied van vrouwenstudies aan de Universiteit van Amsterdam, werd zo genoemd in 1992 met als voorzitter/directeur Selma Leydesdorff. Het was al in 1990 opgericht om de onderzoeksgroepen vrouwenstudies verdeeld over tien faculteiten te ondersteunen met als doel onderzoek te bevorderen en te ontwikkelen, discussies te stimuleren en postdoctoraal onderwijs te verzorgen. Inmiddels is het opgeheven door het niet toekennen van subsidies.
  • Het congres ‘Belle de Zuylen / Isabelle de Charriere: Education & Creation’ vond plaats van 6 tot en met 9 april 2005 in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht en in Slot Zuylen. De aanleiding hiervoor was de 'bicentenaire' van de dood van Isabelle de Charrière, die op 27 december 1805 in Zwitserland overleed. Georganiseerd door het Genootschap Belle van Zuylen, in samenwerking met de Universiteit Utrecht.
  • In 2005 werd een Belle van Zuylen Lezing ingesteld als onderdeel van het ILFU (International Literature Festival Utrecht) (voorheen City2Cities); een serie voordrachten over literatuur en maatschappij (niet over Belle van Zuylen) door gerenommeerde hedendaagse auteurs, zoals Hans Magnus Enzensberger (2006), Jeanette Winterson (2007), Azar Nafisi (2009), Michel Faber (2011), Paul Auster (2012) en de Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie (2020). Vanaf 2020 werd hieraan in samenwerking met de gemeente Utrecht een prijs verbonden, de Belle van Zuylenring, die de eerste keer dan ook werd uitgereikt aan Chimamanda Ngozi Adichie.[153][154] De tweede Belle van Zuylenring werd toegekend aan Margaret Atwood. [155]
  • De planetoïde 9604 Bellevanzuylen is naar haar vernoemd in 30 december 1991 door zijn ontdekker Eric Walter Elst.[156][157]

Overig

  • De Belle van Zuylenroos, een roze roos van 75 cm lang, werd op de herdenking van de 250e geboortedag van Belle, 20 oktober 1990 door rozenkwekerij Buisman BV uit Heerde, die de roos zo genoemd heeft, geschonken aan het Genootschap Belle de Zuylen-Association Isabelle de Charrière. Het is een variëteit van de 'Rosa Polyantha', het nationaal symbool van de Maldiven.[158]
  • In 2018 heeft de Stichting Tussenvoorziening hun centrum voor hulp aan sekswerkers te Utrecht de naam 'Belle' gegeven op grond van haar onafhankelijke levenshouding tot uiting komend in de citaten 'Ik vraag geen vrijheid van denken, die heb ik' en 'ik heb geen talent voor ondergeschiktheid'.[159]

Externe links

Op andere Wikimedia-projecten

Algemeen

Bibliografie

Bulletin van het Genootschap Belle van Zuylen

Het jaarlijkse Bulletin had verschillende namen: Lettre de Zuylen et du Pontet (1976-2005), Cahiers Isabelle de Charrière (2006-2015), Lettre de Zuylen (2017-).

Brieven

Muziek

  • www.belle-van-zuylen.eu Muziek van Belle van Zuylen op cd te vinden
  • Belle van Zuylen op YouTube Belle van Zuylen - Sonata in C major, Op. 2 No. 2, Fania Chapiro, pianoforte, duur 5:08 minuten, 8 juli 2020
  • Belle van Zuylen op YouTube Belle van Zuylen - Sonata in C major, Op. 3 No. 1 (1763), David Jansen, harpsichord, duur 4:02, 14 juni 2020
  • Belle van Zuylen op YouTube Airs et Romances: for soprano and pianoforte, Madelon Michel, soprano, Fania Chapiro, pianoforte. Tien liederen, namelijk 1. L' an passé 2. De la ville et des champs 3. Pauvre Agneau 4. L' amour est un enfant trompeur 5. Timarette s'en est allée 6. Lise amoit 7. Autre air pour Lise aimoit 8. Arbre charmant 9. Douce retraite 10. Tout cède à la beauté d'Elise. Duur 15:02 minuten, 11 juli 2020

Merklap

Tekst en scans van werk van Belle van Zuylen op internet

Op books.google.nl:

Bronnen, noten en/of referenties