Naar inhoud springen

Interpunctie: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RoboRex (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: th, fa, da
Fiddler (overleg | bijdragen)
aanzienlijke uitbreiding
Regel 1: Regel 1:
'''Interpunctie''' is het gebruik van leestekens ([[Punt (leesteken)|punten]], [[komma|komma's]] enz.) in een tekst.
'''Interpunctie''' is het gebruik van leestekens ([[Punt (leesteken)|punten]], [[komma|komma's]] enz.) in een tekst. De benaming ''interpunctie'' stamt uit de zestiende eeuw en is afgeleid uit het [[Latijn]] (inter = tussen; punctus = punt). Aanvankelijk gaf ze de manier aan, waarop in het [[Hebreeuws]] de klinkers werden aangeduid. In het Hebreeuws worden alleen de medeklinkers geschreven, de waarde van de klinkers wordt aangegeven door puntjes onder de medeklinkers. Pas tussen 1650 en 1750 evolueert de betekenis van het woord 'interpunctie' naar zijn huidige waarde.


Interpunctie is van belang voor het interpreteren van de [[tekst]]. Er is een wezenlijk verschil tussen de zinnen:
Interpunctie is van belang voor het interpreteren van de [[tekst]]. Er is een wezenlijk verschil tussen de zinnen:
Regel 5: Regel 5:
*Ik houd van je lieve vriendin.
*Ik houd van je lieve vriendin.


De eerste zin kan een man met een gerust hart aan zijn vrouw schrijven, de tweede zin kan uitmonden in een echtscheiding.
De eerste zin kan een man met een gerust hart aan zijn vrouw schrijven, de tweede zin kan uitmonden in een echtscheiding. Enerzijds dienen leestekens de lezer of de publieke spreker als hulptekens bij zijn lezing. Maar anderzijds hebben de tekens echter ook ( vooral ?) een syntactische functie en in dit opzicht is hun gebruik minder arbitrair.

==Kort historisch overzicht==
De geschiedenis van de Westerse interpunctie begint bij het [[Grieks]] en het Latijn uit de [[klassieke oudheid]]. Het Griekse alfabet was ontleend aan het [[Etruskisch]], dat van rechts naar links schreef en geen interpunctie, zelfs geen woordscheiding kende. In de zesde eeuw voor onze tijdrekening beginnen de Grieken 2, 3 of 4 puntjes boven elkaar te plaatsen om woorden en woordgroepen van mekaar te scheiden. In literaire teksten vanaf de vierde eeuw v.C. vinden we een horizontaal streepje onder het eerste woord van elke regel die een nieuw tekstgedeelte — een alinea — begint. Dat streepje heet in het Grieks ''paragraphos''; het Engels, het Frans en ook het Nederlands hebben het woord zonder meer overgenomen.

De eerste echte aanzet tot het gebruik van leestekens komt ± 200 v.C. uit [[Byzantium]]. [[Aristophanes]] was er bibliothecaris in de bibliotheek van [[Alexandrië]] en introduceerde accenten, aanblazingtekens en zintekens: aan het eind van een korte zin (Grieks = ''comma'') plaatste hij een punt op halve hoogte; na een langere zin (Grieks = ''colon'') zette hij een punt op de regel; het langste tekstgedeelte (Grieks = ''periodos'') kreeg een punt bovenaan de regel. Inscripties leren ons dat de Romeinen — tussen de eerste eeuw voor en de tweede eeuw na Christus — alle woorden van elkaar scheidden door er punten tussen te plaatsen. Het systeem van Aristophanes werkte trouwens perfect voor het Latijn, dat alleen in hoofdletters schreef.

In de vroege Middeleeuwen introduceert de monnik [[Alcuin]] in de scholen van [[Karel de Grote]] het schrift in minuskels — kleine letters — ongeveer zoals wij het nu nog gebruiken. Bovendien gebruikt hij o.a. de ''punctus interrogativus'' van de [[Gregoriaanse]] partituren om leespauzes en intonatie aan te geven. In de sterk naar rechts hellende ''interrogativus'' is al duidelijk ons vraagteken te herkennen, dat vrij snel het bestaande Griekse vraagteken (;) verdringt. Twee eeuwen later duikt het koppelteken op (-), eerst enkel geschreven, maar tussen de veertiende en achttiende eeuw bij voorkeur dubbel. Tussen de dertiende en veertiende eeuw verschijnen de ''virgulen'' (/) boven de regel als pauzeteken, maar het duurt tot omstreeks 1450 eer ze naar de basisregel afdalen, een ronding krijgen en er gaan uitzien als onze komma.

Op het einde van de zeventiende eeuw komen de moderne benamingen voor de leestekens in voege, nog aangevuld met het ''uitroepteken'' en de ''gedachtestreep'' (— of ''m-dash''). De moderne interpunctie in Westerse talen is verder nogal schatplichtig aan de grote Franse en Italiaanse drukkers uit de [[Renaissance]]. Overigens bestaan er nog altijd wat verschillen tussen talen onderling, niet alleen in het gebruik, maar ook in de voorstellingswijze van leestekens. Denk bijvoorbeeld maar aan de Spaanse schrijfwijze van het vraagteken en het uitroepteken. Vraagzinnen worden voorafgegaan door een omgekeerd vraagteken, gebiedende zinnen en uitroepen door een dito uitroepteken: ¿ ''Por qué'' ? en ¡ ''Hasta la vista'' ! Of aan de Duitse en Franse varianten op de aanhalingstekens, enkel of dubbel, de Amerikaanse en Europese versie van het gedachtenstreepje, enz...









[[Categorie:Taalkunde]]
[[Categorie:Taalkunde]]

Versie van 2 mrt 2006 22:21

Interpunctie is het gebruik van leestekens (punten, komma's enz.) in een tekst. De benaming interpunctie stamt uit de zestiende eeuw en is afgeleid uit het Latijn (inter = tussen; punctus = punt). Aanvankelijk gaf ze de manier aan, waarop in het Hebreeuws de klinkers werden aangeduid. In het Hebreeuws worden alleen de medeklinkers geschreven, de waarde van de klinkers wordt aangegeven door puntjes onder de medeklinkers. Pas tussen 1650 en 1750 evolueert de betekenis van het woord 'interpunctie' naar zijn huidige waarde.

Interpunctie is van belang voor het interpreteren van de tekst. Er is een wezenlijk verschil tussen de zinnen:

  • Ik houd van je, lieve vriendin.
  • Ik houd van je lieve vriendin.

De eerste zin kan een man met een gerust hart aan zijn vrouw schrijven, de tweede zin kan uitmonden in een echtscheiding. Enerzijds dienen leestekens de lezer of de publieke spreker als hulptekens bij zijn lezing. Maar anderzijds hebben de tekens echter ook ( vooral ?) een syntactische functie en in dit opzicht is hun gebruik minder arbitrair.

Kort historisch overzicht

De geschiedenis van de Westerse interpunctie begint bij het Grieks en het Latijn uit de klassieke oudheid. Het Griekse alfabet was ontleend aan het Etruskisch, dat van rechts naar links schreef en geen interpunctie, zelfs geen woordscheiding kende. In de zesde eeuw voor onze tijdrekening beginnen de Grieken 2, 3 of 4 puntjes boven elkaar te plaatsen om woorden en woordgroepen van mekaar te scheiden. In literaire teksten vanaf de vierde eeuw v.C. vinden we een horizontaal streepje onder het eerste woord van elke regel die een nieuw tekstgedeelte — een alinea — begint. Dat streepje heet in het Grieks paragraphos; het Engels, het Frans en ook het Nederlands hebben het woord zonder meer overgenomen.

De eerste echte aanzet tot het gebruik van leestekens komt ± 200 v.C. uit Byzantium. Aristophanes was er bibliothecaris in de bibliotheek van Alexandrië en introduceerde accenten, aanblazingtekens en zintekens: aan het eind van een korte zin (Grieks = comma) plaatste hij een punt op halve hoogte; na een langere zin (Grieks = colon) zette hij een punt op de regel; het langste tekstgedeelte (Grieks = periodos) kreeg een punt bovenaan de regel. Inscripties leren ons dat de Romeinen — tussen de eerste eeuw voor en de tweede eeuw na Christus — alle woorden van elkaar scheidden door er punten tussen te plaatsen. Het systeem van Aristophanes werkte trouwens perfect voor het Latijn, dat alleen in hoofdletters schreef.

In de vroege Middeleeuwen introduceert de monnik Alcuin in de scholen van Karel de Grote het schrift in minuskels — kleine letters — ongeveer zoals wij het nu nog gebruiken. Bovendien gebruikt hij o.a. de punctus interrogativus van de Gregoriaanse partituren om leespauzes en intonatie aan te geven. In de sterk naar rechts hellende interrogativus is al duidelijk ons vraagteken te herkennen, dat vrij snel het bestaande Griekse vraagteken (;) verdringt. Twee eeuwen later duikt het koppelteken op (-), eerst enkel geschreven, maar tussen de veertiende en achttiende eeuw bij voorkeur dubbel. Tussen de dertiende en veertiende eeuw verschijnen de virgulen (/) boven de regel als pauzeteken, maar het duurt tot omstreeks 1450 eer ze naar de basisregel afdalen, een ronding krijgen en er gaan uitzien als onze komma.

Op het einde van de zeventiende eeuw komen de moderne benamingen voor de leestekens in voege, nog aangevuld met het uitroepteken en de gedachtestreep (— of m-dash). De moderne interpunctie in Westerse talen is verder nogal schatplichtig aan de grote Franse en Italiaanse drukkers uit de Renaissance. Overigens bestaan er nog altijd wat verschillen tussen talen onderling, niet alleen in het gebruik, maar ook in de voorstellingswijze van leestekens. Denk bijvoorbeeld maar aan de Spaanse schrijfwijze van het vraagteken en het uitroepteken. Vraagzinnen worden voorafgegaan door een omgekeerd vraagteken, gebiedende zinnen en uitroepen door een dito uitroepteken: ¿ Por qué ? en ¡ Hasta la vista ! Of aan de Duitse en Franse varianten op de aanhalingstekens, enkel of dubbel, de Amerikaanse en Europese versie van het gedachtenstreepje, enz...