Naar inhoud springen

Mosselkreeftjes

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Ostracoda)
Mosselkreeftjes
Ostracode
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Onderstam:Crustacea (Kreeftachtigen)
Superklasse:Oligostraca
Klasse
Ostracoda
Latreille[1], 1802
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Mosselkreeftjes op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Mosselkreeftjes (Ostracoda) (van het Gr. ostrakoodès = schelpachtig) vormen een zeer grote ondergroep van de kreeftachtigen. Ze bezitten een tweekleppige schaal en zijn belangrijke gidsfossielen.

Het lichaam van een mosselkreeftje bestaat uit een kop (cephalon) dat van het borststuk (thorax) afgescheiden is door een lichte vernauwing. Er is geen duidelijke segmentatie. Het achterlijf (abdomen) is geregresseerd of zelfs helemaal afwezig. In volwassen exemplaren zijn de gonaden verhoudingsgewijs groot. Met inbegrip van het mannelijke copulatieorgaan, bezitten mosselkreeftjes 6 tot 8 paar aanhangsels.[2]

Ostracode-schelpje

Het meest uitgesproken kenmerk van de Ostracoda is de tweekleppige carapax. Dit is zeer variabel in vorm en versiering (glad, met putjes, richels, groeven, stekels enz.), en in vele orden is deze chitineuze schaal verkalkt. De kleppen kunnen gesloten worden door een sluitspier.

Mosselkreeftje lijken oppervlakkig wel wat op Spinicaudata (vroeger ondergebracht bij de Conchostraca), maar deze laatsten bezitten duidelijke groeiringen op hun carapax. En ook wat extremiteiten betreft zijn er aanzienlijke verschillen. Ostracoda hebben het minst aantal aanhangsels van alle groepen kreeftachtigen. De vier tot vijf kopaanhangsels worden gevolgd door één tot drie romppootjes. Op het eerste gezicht ontbreken de tweede maxillen (maxillae) maar dat is slechts schijn daar het vijfde paar aanhangsels in feite sterk gemodifieerde maxillae zijn. Het derde paar rompaanhangsels bevat een gonopore en vormt hiermee het zogenaamde copulatieorgaan.
De meeste soorten zijn tussen 0,1 en 2,0 mm, doch reuzen van het in zee levend geslacht Gigantocypris kunnen tot 32 mm lang worden.

Mosselkreeftjes zijn een van de meest talrijke kreeftachtigen. 13.000 recente[2] en meer dan 65.000 fossiele soorten werden beschreven. De meeste Ostracoda leven in zee en behoren tot het benthos, alhoewel sommige soorten deel uitmaken van het zoöplankton. Gewoonlijk zeven zij voedseldeeltjes uit het water; enkele soorten zijn rovers. Vooral in de orde Podocopida zijn ook zoetwatersoorten te vinden en zelfs een aantal soorten die voorkomen in de vochtige bodem van regenwouden.

In de Europese wateren leven meer dan 370 soorten[3], waaronder

  • Cythere lutea Müller, 1785 (familie Cytheridae)
  • Cytherura gibba (Müller, 1785) (familie Cytheruridae)
  • Semicytherura nigrescens (Baird, 1838) (familie Cytheruridae)
  • Heterocythereis albomaculata (Baird, 1838) (familie Hemicytheridae
  • Leptocythere (familie Leptocytheridae)
  • Loxoconcha impressa (Baird) (familie Loxoconchidae)
  • Loxoconcha rhomboidea (Fischer, 1855) (familie Loxoconchidae)
  • Hirschmannia viridis Müller, 1785 (familie Loxoconchidae)
  • Cytherois fischeri Sars, 1866 (familie Paradoxostomatidae)
  • Paradoxostoma variabile (Baird, 1835) (familie Paradoxostomatidae)
  • Xestoleberis aurantia (Baird, 1838) (familie Xestoleberididae)

Fossiele Ostracoda

[bewerken | brontekst bewerken]

Ostracoda zijn al gekend sedert het Cambrium en de vele fossielen zijn goed gedocumenteerd. Een zonatie schema, gebaseerd op gaatjesdragers en mosselkreeftjes, werd door M. B. Hart[4] samengesteld. Mosselkreeftjes zijn in het bijzonder bruikbaar voor de biozonatie van mariene strata. Ze zijn ook uitstekende indicatoren voor het bestuderen van het paleomilieu, vanwege hun wijdverbreide voorkomen, kleine afmetingen en goede fossiliseerbaarheid.[5]

Fossiele geslachten

[bewerken | brontekst bewerken]

De klasse is als volgt onderverdeeld:[6][7]

Taxonomische indeling volgens <WoRMS>

[bewerken | brontekst bewerken]

Er is nog onduidelijkheid over de taxonomische indeling van de in <WoRMS> beschreven geslachten ('incertae sedis'), Zie: WoRMS - World Register Of Marine Species

  • Redeke, H. C. en den Dulk, A. (1940), Ostracoda of the Netherlands, in Arch. Néerl. de Zoologie, IV
  • Atersuch, J., Horne, D. J., en Whittaker, J. E. (1990), Marine and brackish water ostracods, Linnean Society Synopses of the British Fauna (ns), 43, 1-343
[bewerken | brontekst bewerken]